Het conflict gaat over de opstelling van de ChristenUnie tijdens de Gelderse bestuurscrisis in het provinciehuis van afgelopen najaar. De partij, onder leiding van Hendriks, toonde zich toen bereid toe te treden tot het zittende minderheidscollege. Die opstelling leidde tot onderlinge onenigheid, wat uiteindelijk resulteerde in het aftreden van Hendriks.

Volgens Van de Woestijne hield Hendriks er tijdens de bestuurscrisis een eigen koers op na. Van de Woestijne liet zich in verscheidene vraaggesprekken negatief uit over zijn voorganger.

Voor Hendriks, inmiddels overgestapt naar het CDA, is de maat vol. Op 6 maart bepaalt de rechter in een kort geding of er inderdaad sprake is van laster. Hendriks benadrukt dat het kort geding is gericht tegen Van de Woestijne en niet tegen de hele ChristenUnie.

De twee politici zorgden in oktober al voor ophef door tijdens een debat over de Gelderse bestuurscrisis met elkaar op de vuist te gaan. Beide kemphanen boden nadien hun excuses aan.