Binnenland

„Internetten heeft meer risico’s dan tv-kijken”

Hoe gaan kinderen om met internet? Wat zijn volgens hen de gevaren en hoe kijken ouders daar tegenaan? Over deze vragen gingen dinsdag in Nieuwegein kinderen, ouders en deskundigen met elkaar in debat. Een basisschoolleerling: „Mijn moeder vraagt altijd of ik een site voor haar op wil zoeken.”

Ewout van der Staaij
17 March 2004 10:47Gewijzigd op 14 November 2020 01:03
NIEUWEGEIN - Discussieleider Jochem van Gelder ondervraagt leerlingen tijdens een panelgesprek over veilig internetten. Een meisje: „Soms krijg ik ook allerlei teksten in het Engels. Dan roep ik mijn ouders.” - Foto Vincent Boon
NIEUWEGEIN - Discussieleider Jochem van Gelder ondervraagt leerlingen tijdens een panelgesprek over veilig internetten. Een meisje: „Soms krijg ik ook allerlei teksten in het Engels. Dan roep ik mijn ouders.” - Foto Vincent Boon

Tijdens het debat maakte internetprovider Planet Internet de resultaten bekend van een onderzoek naar veilig internetten, dat is gehouden onder 220 kinderen tussen 8 en 12 jaar en 660 ouders. Daaruit blijkt onder meer dat ruim de helft van het aantal kinderen dat regelmatig achter internet zit, wordt geconfronteerd met ongevraagde e-mail, met informatie waarvoor het kind te jong is en met pornografische afbeeldingen.

Daarnaast komt naar voren dat veel ouders zich zorgen maken over deze ongewenste ervaringen. Ze willen wel veiligheidsmaatregelen nemen, maar hebben geen idee welke dat zijn. Ook blijkt dat kinderen vaker op internet rondkijken dan hun ouders denken. Vier op de tien kinderen internetten zonder dat hun ouders dat weten en ruim de helft doet dat ook regelmatig buitenshuis.

„Mijn zoon moet na anderhalf uur echt achter de computer vandaan”, reageert een moeder spontaan. „Anders krijgt hij vierkante ogen. Dat turen naar zo’n beeldscherm kan nooit goed zijn.” Dat het ook anders kan gaan, blijkt uit de reactie van een meisje: „Ik zit niet meer dan zestig minuten per dag achter de computer. Mijn moeder zit er het meest achter.”

„Wat doen jullie op internet?” wil discussieleider Jochem van Gelder weten. „Chatten, natuurlijk”, antwoordt een jongen. „Met vrienden van mijn klas en uit Taiwan, waar ik vandaan kom.” Van Gelder: „Wie heeft er op zijn eigen kamer een computer staan?” Meer dan de helft van de leerlingen steekt een vinger omhoog.

Is internet veilig voor kinderen? De aanwezige ouders vinden het maar een lastige vraag. De meesten kiezen uiteindelijk voor een negatief antwoord. Een vader: „Ik vind internet onveilig, als ik zie welke sites er soms zomaar worden geopend.”

Zijn buurman is nog kritischer: „Internet is zeer onveilig. Het voldoet niet aan mijn normen en waarden. Ik wil niet dat mijn kinderen naar porno kijken. Providers zijn goed in het omzeilen van allerlei filters. Opvoeders moeten hun verantwoordelijkheden nemen door kinderen goed op internet te begeleiden. Ouders moeten daarvoor beter worden opgeleid.”

Zelf zien de kinderen niet veel gevaren. Bijna tweederde van de bij het debat aanwezige basisschoolleerlingen is nooit bang op internet. Een meisje heeft wel nare ervaringen: „Ik krijg regelmatig reclame waarvan ik niet weet hoe ik die moet wegklikken. Soms krijg ik ook allerlei teksten in het Engels. Dan roep ik mijn ouders.”

Zijn ouders overbezorgd en de kinderen te onbevangen? Dr. Patti Valkenburg, hoogleraar kind en media, denkt dat er reden tot zorg is. „Er zijn meer risico’s aan internet verbonden dan aan een traditioneel medium als televisie. Kinderen kunnen op internet hun adres achterlaten en lopen zo het gevaar dat ze worden lastiggevallen.”

Dr. Peter Nikken, hoofd van het expertisecentrum Jeugd & Media, denkt juist dat het allemaal wel meevalt. „Kinderen worden door een film op televisie veel eerder bang, omdat ze daar geen controle over hebben.”

„Internet je altijd samen met je kind?” vraagt Van Gelder aan de ouders. De scholieren antwoorden voor hun beurt. „Nooit”, klinkt het als uit één mond. Een vader: „Ik doe het regelmatig. Dan gaan we samen dingen zoeken, bijvoorbeeld voor een werkstuk. Daar leer ik zelf ook van.” Een moeder zegt nooit tijd te hebben. „Ik ben wat anders aan het doen of ik ben weg.”

Tweederde van de scholieren weet de weg naar de MSN-chatbox te vinden. „Ik heb 150 namen in mijn adreslijst staan”, vertelt een meisje. „De helft ken ik niet, maar ze zijn wel aardig.” Valkenburg: „Het blijkt dat de meeste kinderen chatten met leeftijdsgenoten die ze kennen. Aan de andere kant zie je ook dat er chattende kinderen zijn die zich ouder voordoen dan ze zijn, dat meisjes zich wat meer sexy presenteren en dat jongens machogedrag vertonen.”

Hoofdredacteur Annemarie Walker van de kinderkrant KidsWeek heeft een tip voor de kinderen: „Geef nooit je wachtwoord aan anderen. Dan kunnen die inloggen op jouw naam en allerlei vervelende berichten plaatsen.”

Valkenburg stelt de ouders gerust. „Accepteer dat kinderen meer over internet weten. Laat je daardoor niet afschrikken. Zet de computer in de huiskamer en blijf altijd interesse tonen in wat je kind op internet aan het doen is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer