Nederlandse super-TU wil bij top Europa behoren
Eén nieuwe, supergrote technische universiteit moet ervoor zorgen dat de Nederlandse techniekopleidingen bij de Europese top gaan behoren. Dat staat in het dinsdag gepresenteerde rapport ”Slagkracht in Innovatie!” De drie technische universiteiten van Nederland kondigen daarin aan uiterlijk in 2010 een federatie te willen vormen.
Het rapport is opgesteld door een stuurgroep onder voorzitterschap van oud-minister Hermans van Onderwijs. De drie universiteiten willen zich sterk ontwikkelen op een aantal deelgebieden. Enkele studierichtingen die minder in de belangstelling staan, komen mogelijk te vervallen.
Staatssecretaris Nijs van Onderwijs, die het rapport in ontvangst nam, toonde zich dinsdag lovend over de voornemens van de universiteiten. „Ik zal er financieel en anderszins aan bijdragen dat dit plan zal slagen.” Nijs wil de ideeën van de onderwijsinstellingen nader uitwerken in overleg met de ministeries van Financiën en Economische Zaken. Ook grote industriële ondernemingen moeten bij het overleg aanschuiven. De bewindsvrouw hoopt dat dit uiteindelijk resulteert in een convenant, waarin ook wordt geregeld wie opdraait voor de kosten van de veranderingsoperatie. Volgens commissievoorzitter Hermans is met de omvorming ongeveer 210 miljoen euro gemoeid.
De bewindsvrouw toonde zich enthousiast over het vérgaande karakter van het samenwerkingsplan. Ze noemde de onderwijsinstellingen „trendsettend.” Nijs hoopt dat de integratie waartoe de universiteiten hebben besloten een voorbeeld vormt voor andere instellingen in het hoger onderwijs. „In de toekomst moeten er nog meer sectorplannen komen. Er zijn nog projectgroepen bezig op het terrein van de studierichtingen letteren en natuurwetenschappen. Ik hoop dat die ook met goede voorstellen komen.”
De drie universiteiten blijven voorlopig onder drie besturen opereren. Nijs raadde de onderwijsinstellingen echter dringend aan om in de toekomst één bestuur te vormen. Vooralsnog blijven de universiteiten echter naast elkaar bestaan, al zullen ze zich in het buitenland als eenheid presenteren.
Naast samenwerken willen de technische universiteiten ook het algehele niveau van de opleidingen opkrikken. Het percentage studenten dat de opleiding afrondt, moet bij de bachelors omhoog naar zeventig. Op dit moment haakt bijna de helft af. Daarnaast moet het aantal promoties met 20 procent stijgen en moet ook het aantal octrooiaanvragen met 25 procent omhoog.
Tot 2010 werken de universiteiten samen in ”virtuele instituten”. Ze behouden hun eigen bestuur en identiteit. Ze maken wel gezamenlijk plannen. De samenwerking krijgt gestalte op het gebied van onderwijs, onderzoek en de manier waarop kennis aan het bedrijfsleven wordt verhandeld. Een raad van advies, waarin de marktsector is vertegenwoordigd, gaat de collegebesturen bijstaan.