Economie

Jaap van Duijn: economisch zijn we uitgepraat

De Nederlandse economie, sinds kort weer op het niveau van voor 2008, is volledig uit balans, betoogt econoom Jaap van Duijn. In plaats van dat de crisis heilzaam heeft gewerkt, is veel van wat tot dan toe fout ging alleen maar méér fout blijven gaan. „Alleen als de ethiek terugkeert in de economie is het tij te keren.”

Marcel ten Broeke

3 November 2015 06:56Gewijzigd op 15 November 2020 23:02
Jaap van Duijn. beeld Jos van Leeuwen
Jaap van Duijn. beeld Jos van Leeuwen

Ja hoor, we zijn er weer! Vorige maand werd bekend dat de Nederlandse economie terug is op het niveau van de zomer van 2008; voordat de kredietcrisis losbarstte en we zeven magere jaren kregen voorgeschoteld.

Maar voor wie denkt dat de weg omhoog gevonden is en er zeven vette jaren in het verschiet liggen, heeft Jaap van Duijn (71) slecht nieuws. Volgens de emeritus hoog­leraar economie mogen we in Nederland de oude top uit 2008 dan weliswaar nipt hebben gehaald, de rest van de wereld maakt zich alweer op voor de volgende neergang, waarop ook wij onvermijdelijk af zouden stevenen.

Sterker, in de belangrijkste landen is die neergang al begonnen, zegt hij. „In Europa zijn we, doordat we de afgelopen jaren onnodig de lasten hebben verzwaard en bezuinigd, pas nú met het herstel begonnen. Maar in de rest van de wereld hebben ze er al zes jaar groei op zitten. Daar is de laagconjunctuur ingezet. In de Verenigde Staten zie je de economie afzwakken. In China gaat het slechter. Japan zit tegen een recessie aan en ook de economieën van grondstofproducerende landen als Rusland en Brazilië krimpen.”

Dus terwijl de wereldhandel feitelijk al sinds januari daalt, verkondigt het kabinet aan ieder wie het horen wil dat bij ons de economie aantrekt. Van Duijn: „We zitten ons in een herfstzonnetje blij te maken om een beetje groei. „Lekker weer!” zeggen we. Terwijl in de wereldeconomie de winter voor de deur staat en centrale bankiers totaal niet meer weten hoe ze de boel nog aan de praat moeten krijgen.”

Volgens Van Duijn, die tot 2005 beleggingsstrateeg en directielid was bij beleggingsfonds Robeco, is de boel ook niet meer aan de praat te krijgen. Het economische systeem waarmee door steeds hogere schulden de economie jarenlang kunstmatig is aangezwengeld, loopt op zijn eind, betoogt hij in zijn dit jaar verschenen boek ”Uit balans” (uitg. De Bezige Bij). We zijn, stelt hij, een beetje uitgepraat. „Kijk, als je écht wilt dat de economie aantrekt, dan moet er iets fundamenteels veranderen. Dan moeten bijvoorbeeld de lonen stijgen. Die groeien al jaren nauwelijks harder dan de inflatie. Wereldwijd zie je dat. Het heeft te maken met de grote machts­verschuiving van arbeid naar kapitaal. Die is al dertig jaar gaande, maar bijt nu in haar eigen staart.”

Waarom?

„Een steeds groter deel van de nationale koek is naar bedrijven en hun managers gegaan. In 1991 verdienden topbestuurders nog twintig keer zo veel als de gemiddelde werknemer, nu is dat negentig keer zo veel. De lasten van bedrijven zijn extreem verlicht. Winsten staan op recordniveaus, terwijl de opbrengst van de belasting op bedrijfswinsten even hoog is als in de jaren negentig. De macht is richting de bedrijven geschoven. Dat heeft niet alleen geleid tot een grotere inkomensongelijkheid, bedrijven weten ook niet meer wat ze doen moeten met al het kapitaal dat nu bij ze zit opgehoopt. Ze investeren niet meer, omdat mensen niet méér van hun spullen kopen. Vind je dat gek als van de meeste burgers al jarenlang de koopkracht stagneert? Meneer Ford had het honderd jaar geleden in de gaten: die gaf zijn werknemers meer loon, zodat ze zijn auto’s konden kopen. Maar de bedrijven van nu lijken vergeten te zijn dat de economie een kringloop is. Omdat omzetten nauwelijks nog toenemen, proberen ze hun winst te verhogen door in de kosten te snijden en mensen te ontslaan. Iedere dag gaan er wel ergens mensen uit. Dat leidt tot een permanente stroom van ontslagen en een spiraal van afnemende bestedingen die de economie naar beneden brengt.”

In uw boek brengt u in herinnering dat er in 1956 21.600 Nederlanders werkloos waren. Nu zijn het er dertig keer zo veel. Komt dit nog goed?

„We zijn in de recessie 400.000 banen kwijtgeraakt. Daarvan hebben we er 100.000 goedgemaakt, maar we hebben nog altijd 600.000 werklozen. En dan roept minister Asscher: „Al die Syrische vluchtelingen moeten we zo snel mogelijk aan een baan helpen!” Nou, het lukt hem al niet om alle Nederlandse werklozen aan een baan te helpen. Van geen kanten. Sterker, het overheidsbeleid draagt juist bij aan de werkloosheid, doordat het dogmatisch meent te moeten krimpen. Het afval ligt hier in Maassluis langs de dijk op straat. De vuilnisbakken zijn weggehaald, omdat de mensen die ze vroeger kwamen legen nu thuis op de bank zitten met een uitkering doordat hun baan is weggesaneerd. Laten we dus ook ophouden met in Troonredes uit te spreken dat we werk en banen zo belangrijk vinden. Het kabinet handelt er niet naar. Het haalt actief banen weg uit de regio’s, terwijl we vroeger kantoren neerzetten in Emmen om de werkgelegenheid te spreiden en ook dáár voor banen te zorgen. We doen precies het omgekeerde van wat we zouden moeten doen. Kennelijk willen we geen volledige werkgelegenheid meer.”

Want dat, volledige werkgelegenheid, is volgens u een keuze?

„Ja. Zélfs volledige werkgelegenheid kun je organiseren. Het is in feite een verdelingsvraagstuk. Bijvoorbeeld in arbeidsuren. Zo werkten we in 1900 nog tot zaterdagavond door. In de jaren vijftig kwam de vrije zater­dag­middag en in de jaren zestig de vrije zaterdag. De volgende stap om bestaand werk meer te verdelen, is een vrije vrijdag. Maar ook op andere fronten kunnen de dingen anders. Maatschappelijk gezien is het krankjorum dat we Polen naar Nederland halen, terwijl we hier 600.000 werklozen hebben! Waarom staan we dát als samenleving toe? Bedrijven spelen hierin een dubieuze rol, net zoals in de jaren zestig. Ze hebben ons destijds, toen er dus nog wél volledige werkgelegenheid was, opgezadeld met massa’s Turken en Marokkanen. Toen er werk voor ze was, incasseerden de bedrijven de winst. Maar toen het werk verdween, hebben ze de maatschappij opgezadeld met het probleem. Tot op de dag van vandaag gaat dat door, maar nu met Polen en Bulgaren. Nu werken ze nog, maar straks zitten ook zij in de bijstand. In een Pools krantje dat hier pas in Maassluis verscheen, stond op de voorpagina het verhaal: ”Hoe vraag ik een uitkering aan”. Het punt is: als je alles aan werkgevers overlaat, dan willen ze mensen uit Polen erin en oudere werknemers eruit. Het microbelang van een ondernemer is daarmee compleet anders dan het macrobelang van een maatschappij. Maar je kunt niet een verzorgingsstaat zijn en tegelijk een immigratieland.”

Waarom niet?

„Dan vráág je om problemen. Dan komen de vliegen op de stroop af. Driekwart van de Somaliërs zit in de bijstand, de helft van de Syriërs, Eritreeërs en Irakezen. Dat kun je niet handhaven. De geschiedenis heeft geleerd dat een gemeenschap zo veel mogelijk homogeen moet zijn. Dus de Nederlanders die nu zeggen: „Wij hebben dit opgebouwd, met ons geld en dit willen we zo houden”, die kun je wel als achterlijk bestempelen, maar ten diepste verwoorden zij de basisnotie om een samenleving op een goede manier bijeen te houden. En als ik dan de directeur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers hoor roepen dat we hoogopgeleide vluchtelingen hier zo goed kunnen gebruiken, denk ik: Wat een onzin! We hebben hen helemaal niet hier nodig. Ze hebben hen dáár nodig. In de landen waar al die mensen nu weggaan, zouden juist de beste mensen moeten werken aan de wederopbouw. Dat is óók een verantwoordelijkheid van het Westen. Een land kan zich alleen ontwikkelen als hogeropgeleiden blijven.”

Het is de geest van de tijd, meent Van Duijn. „De overheid moet tegenwoordig zo klein mogelijk zijn en zolang we alles maar aan de markt en werkgevers overlaten, komt het goed.” VVD-leider Zijlstra is volgens hem een exponent van dat neo­liberale gedachtegoed, dat sinds de jaren tachtig de westerse wereld in zijn greep heeft gekregen. „Net als premier Rutte, voor zover die überhaupt een ideologie heeft.”

Hoewel Van Duijn zichzelf als liberaal ziet, leidt het huidige „VVD-beleid” in zijn ogen tot „desastreuze” uitkomsten. „Mijn familie is al 200 jaar liberaal. Maar als liberaal zeg ik: Dit zogenaamd liberale beleid is zo ongeveer het domste wat je kunt doen. Na de oorlog was dertig jaar arbeid aan de winnende hand. Dat eindigde met gierende inflatie en een veel te grote overheid. Nu is al dertig jaar kapitaal aan de winnende hand. En deze keer eindigt het met deflatie en een te kleine, niet-functionerende overheid die pure overheidstaken als defensie, justitie en infrastructuur verkwanselt. Het tijdperk-Den Uyl was fout, maar dit tijdperk-Rutte vind ik nét zo fout.”

Er is volgens Van Duijn veel te weinig erkenning voor dat het model dat de macht gaf aan de managers en het kapitaal tamelijk beroerde gevolgen heeft gehad voor de economie. „Vanaf de jaren tachtig zijn dankzij de neo­liberale wind zaken op allerlei terreinen scheefgetrokken. Het was dan misschien keurig binnen de regels van de wet, maar er is een sterke verandering geweest in het morele besef, de ethische normen en waarden in de economie. Bankiers, bedrijven en gezinnen zijn schulden aangegaan waar ze vroeger niet over zouden hebben gepiekerd. Vroeger spaarde je voor een huis. Maar dat moest allemaal naar voren worden gehaald. Met geleende groei hebben we de zaak nog een tijdje weten op te peppen. Maar het spel is nu ten einde. We willen alleen nog niet erkennen dat we in een wereld leven waarin het groeipotentieel heel laag geworden is. We zitten maar te rekken en te stimuleren, maar het werkt niet meer. Het is vast aan het lopen, zoals het ook in de achttiende eeuw vastliep. De managers van toen trokken zich terug langs de Vecht in hun buitenverblijven, terwijl de verpaupering in de samenleving toenam. Het eindigde met de Franse Revolutie, van vrijheid en gelijkheid. We hebben het nu nog veel te goed voor revolutie, maar uiteindelijk geloof ik toch in een brede beweging van tegenkrachten die zich in de maatschappij nestelen en langzaam maar zeker aan kracht winnen.”

Ziet u dan al wat komen?

„Tja, we hebben Piketty gehad en in Nederland een beetje Joris Luyendijk. En het Air-France­personeel dat onlangs zijn managers letterlijk de kleren van het lijf rukte, was ten diepste ook een uiting van onvrede over de onbalans. Maar eerlijk gezegd zie ik nog niet het begin van een ethisch reveil. Soms is daar een tweede crisis voor nodig. We proberen wel wat met wetgeving, bijvoorbeeld om hoge bonussen tegen te gaan, maar de echte verandering moet van mensen zelf komen. Bij de leidende klasse, of het nu de top is van bedrijfsleven of van de politiek, zie ik echter nog niet het begin van de erkenning dat het huidige systeem is vastgelopen. Van de zelfregulering waar libe­ralen altijd zo hoog over opgeven, is geen sprake. In de bankensector is het ”business as usual”. Al die dingen die hebben geleid tot de crisis in 2008 zijn nadien alleen maar erger geworden. Allemaal door dat vreselijke monetaire beleid. Wat centrale banken nu aan het doen zijn, is levensgevaarlijk en krankzinnig. Ze hebben met hun beleid de oude zonde verergerd. De rente is nog nooit in de wereldgeschiedenis zo laag geweest. Lenen kost niets meer. We hebben een schuldenberg die sinds 2007 is verdubbeld! Die ECB-voorzitter, Mario Draghi, is een ramp voor ons alle­maal.”

U klinkt somber.

„Maar dat ben ik niet. Op een gegeven moment keert de wal het schip. En er zijn ook lichtpunten. Neem de technologie. Een tv kost minder dan in de jaren 70 en kan honderd keer zo veel. Onze koopkracht is weliswaar niet gestegen, maar een hoger inkomen is niet eens meer nodig om dankzij iPad’s en pc’s toch veel meer te kunnen dan je ooit kon. Bovendien zitten we op een enorm hoog plateau van welvaart. We willen graag dat er meer bij komt, maar dat gebeurt gewoon niet meer. De truc is dat we ons afwenden van het idee dat welvaarts­toename gelijkstaat aan economische groei. Neem Zwitserland. Het is er hartstikke duur. De groei is er nul. Maar het is het gelukkigste land ter wereld.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer