Hij vindt het gedoogbeleid in Nederland hypocriet. Verkoop in coffeeshops wordt volgens hem namelijk toegestaan, terwijl de teelt verboden is.

De aanklager vindt de handelwijze van De Jong wel strafbaar. Daarom heeft het Openbaar Ministerie 180 uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden tegen hem geëist.

Het OM snapt dat De Jong principieel handelt „maar deze intenties maken het gedrag niet minder strafbaar”, zei de aanklager tijdens de behandeling van de zaak. „De Opiumwet verbiedt nu eenmaal de teelt van hennep en hij wist dat ook.”

De Jong werd in 2014 door de rechtbank veroordeeld tot een werkstraf van honderd uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. Ook moest hij de winst terugbetalen die hij behaalde uit de verkoop van zijn wiet: een bedrag van ruim 230.000 euro. Hij ging in hoger beroep.