Christelijke Hogeschool Ede opent nieuwbouw (fotoserie)
EDE. De Christelijke Hogeschool Ede (CHE) opende woensdagmorgen zijn nieuwe pand en verbouwde hoofdgebouw. Er is 1500 vierkante meter aan les- en werkruimte bijgekomen. Het project kost 16 miljoen euro.
De openingshandeling werd verricht door Harmen van Wijnen, voorzitter van het college van bestuur. Het nieuwe gebouw, 4500 vierkante meter, vervangt twee noodgebouwen die samen 3000 vierkante meter telden. Het ene noodgebouw is gesloopt, het andere verkocht. Het bestaande hoofdgebouw en het nieuwe pand zijn met elkaar verbonden door een loopbrug.
De gebouwen kregen de namen Spectrum en Prisma. „Het hoofdgebouw heet Spectrum omdat het een veelheid aan verschillende functies en diensten bevat. Het nieuwe pand hebben we de naam Prisma gegeven omdat het in lichte en frisse kleuren is gebouwd”, aldus Ton Bestebreur, die als lid van het college van bestuur nauw bij het bouwproject was betrokken.
Ander karakter
De bouw begon anderhalf jaar geleden en was nodig vanwege ruimtegebrek en de slechte staat van de noodgebouwen. Bestebreur: „We zijn afgelopen jaren gegroeid van 3000 naar 4000 studenten. Bovendien is het karakter van het hoger onderwijs veranderd. Voorheen zaten de studenten het grootste deel van hun lestijd in lokalen. Dat is niet meer zo. Er is behoefte aan ruimtes die variëren qua omvang, om in groepjes of individueel bezig te kunnen zijn. Door het nieuwe pand hebben we nu twee keer zoveel werkplekken voor studenten.”
Het bestaande hoofdgebouw kreeg een facelift. Ook daar zijn overal werkplekken voor studenten gecreëerd. In het nieuwe restaurant worden dagelijks verse maaltijden geserveerd voor avondstudenten of dagstudenten die op school willen eten. Het oude en het nieuwe gebouw worden verwarmd en gekoeld met water dat 100 meter diep wordt opgepompt. Op de daken liggen 400 zonnepanelen. Bestebreur: „Onze gebouwen zijn duurzaam, toekomstbestendig en koolstofdioxide-neutraal.”
Tot het uiterste
Het bouwproject had plaats in een voor de CHE gunstige tijd, aldus Bestebreur. „De concurrentie in de bouwmarkt is enorm. Aannemers zijn bereid tot het uiterste te gaan om zo’n grote klus als deze binnen te halen. Bovendien is de rente historisch laag. We hebben geld kunnen lenen tegen 2 procent rente, voor 20 jaar vast. Dat is uiterst aantrekkelijk. Daardoor lopen we als hogeschool geen financieel risico in de toekomst.”
De huisvesting van de CHE biedt nu ruimte aan 5000 studenten, terwijl er op dit moment 4000 zijn. Afgelopen jaar kromp het totale hoger beroepsonderwijs in Nederland met 7 procent. Bestebreur: „Ook wij hadden dit jaar minder eerstejaars. We zullen alle zeilen moeten bijzetten om op de 4000 te blijven. Toch zie ik mogelijkheden om zelfs te groeien. Wellicht niet zozeer in het aantal dagstudenten, maar in het aantal avondstudenten. Bij werkgevers is er een grote behoefte aan hogere scholing van hun werknemers. We merken dat als hogeschool bijvoorbeeld in de verpleging en in de wijkzorg. Mensen die al een baan hebben, komen steeds vaker naar ons toe om in de avonduren een aanvullende opleiding te volgen.”
Ook ziet Bestebreur mogelijkheden om het opleidingsaanbod uit te breiden. „We zijn dit studiejaar gestart met een praktijkpabo in Rotterdam. Studenten volgen één dag per week het onderwijs aan de CHE en leren de rest van de week het vak op een basisschool in de regio. Het komend studiejaar willen we in Dordrecht starten met een tweejarige opleiding voor mensen die al een mbo-diploma hebben, maar een plusje erbij willen: de zogeheten ”associate degree”-opleiding. Voorlopig bieden we die aan voor mensen die in de sociale sector werken, bijvoorbeeld de gehandicaptenzorg.”
Om de hoek
Ook in de ict- en economiesector ziet Bestebreur nieuwe kansen. „Veenendaal ligt voor ons om de hoek en heeft een sterk ict-profiel. We willen daar op inspelen door meer technische opleidingen aan te bieden. En veel van onze studenten komen uit gezinnen waarvan de ouders een bedrijf hebben. Ook in de commerciële hoek denken we daarom aan uitbreiding. Net als in de sector sociaal-juridische dienstverlening. Die is in het westen van het land sterk vertegenwoordigd, in het oosten niet.”
Voor alle uitbreidingen moet de CHE overleg voeren met mbo- en hbo-scholen in de regio. Bestebreur: „De zogeheten commissie Duurzaamheid inventariseert hun meningen. Zijn die negatief, dan gaan onze uitbreidingsplannen niet door. Als CHE geloven wij echter in de kracht van ons onderwijs, vanwege de kwaliteit en de identiteit. Daardoor voegen we al snel iets toe aan het bestaande opleidingsaanbod in de regio.”