Wel kunnen beide provincies kleinere groepen asielzoekers huisvesten. Brabant denkt dan aan vijf tot tien locaties voor drie- tot vijfhonderd mensen, Limburg aan bijvoorbeeld twintig plekken voor honderd vluchtelingen. In beide gevallen kunnen die snel worden gerealiseerd.

Kleinschalige opvang kan in beide provincies op voldoende draagvlak rekenen, blijkt uit verklaringen van beide provincies.

Vorige week schreef minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken dat hij van de provincies een lijstje wilde hebben met mogelijke locaties waar grote groepen asielzoekers opgevangen kunnen worden. Dat is volgens hem organisatorisch gezien het handigst, en leidt tot minder verhuisbewegingen van asielzoekers. Maandag liet Plasterk weten dat hij er begrip voor heeft dat het even duurt voordat de provincie met hun lijstjes komen voor de noodopvang.