OM: cel voor geweld en opruiing Schilderswijk
DEN HAAG (ANP). Het Openbaar Ministerie (OM) wil dat Michael van der K., die betrokken zou zijn geweest bij de rellen in de Haagse Schilderswijk afgelopen zomer, anderhalf jaar de cel in gaat, waarvan acht maanden voorwaardelijk.
Volgens de aanklager was Van der K. een van de eersten die met het geweld begon in de Schilderswijk. Hij zou stenen hebben gegooid naar de ME en sigaretten hebben gestolen tijdens de plundering van een Albert Heijn-filiaal. Op beelden daarvan is een man te zien met een zonnebril en lange zwarte dreadlocks, net als de verdachte die heeft.
Maar Van der K. ontkent dat hij het was. „Mijn haar is voller en ik heb maar één paar schoenen, die zijn bruin. Degene op de beelden heeft andere schoenen aan.” Bij hem thuis zijn een jeansblouse en een zwart petje gevonden, wat overeenkomt met de kleren van de man op de beelden. Maar daar was Van der K.’s advocaat niet van onder de indruk. „Tegenwoordig draagt iedereen een spijkerblouse en heel veel mensen hebben een zwart petje.”
Van der K. zegt dat hij alleen maar door de Schilderswijk is gelopen onderweg naar de studio waar hij muziek ging maken. Gereld heeft hij naar eigen zeggen niet.
De onrust in de Schilderswijk begon na een protest vanwege de dood van de Arubaan Mitch Henriquez, die overleed na een hardhandige arrestatie op een festival in Den Haag.
Volgens het OM heeft Van der K. zich ook schuldig gemaakt aan opruiing. Hij heeft een afbeelding gedeeld op Facebook met daarop aan de ene kant een foto van de aanhouding van Henriquez en aan de andere kant een wijkagent uit de Schilderswijk. Daarmee suggereerde hij volgens de aanklager ten onrechte dat de wijkagent betrokken was bij de dood van Henriquez. De foto werd 8500 keer gedeeld, de agent werd naar aanleiding hiervan bedreigd.
De betrokken agent wil een schadevergoeding. De impact op zijn persoonlijke leven en werk is groot, volgens de rechter. „Hij heeft verminderde levensvreugde en voelt zich nog steeds kwetsbaar in grote mensenmassa’s.”
Van der K. zegt dat het nooit zijn bedoeling is geweest om haat te zaaien of om iemand te bedreigen.
Uitspraak op 29 oktober.