Dit blijkt uit de resultaten van een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) die gistermiddag zijn gepresenteerd. De onderzoekers spreken hun zorg uit over een mogelijke vertrouwenscrisis. De daling in vertrouwen deed zich ook voor in andere West-Europese landen.

Nederlanders die tevreden zijn over de democratie hebben relatief veel vertrouwen in de rechtspraak. Mensen die vinden dat misdrijven te licht worden bestraft, hebben veel minder vertrouwen.

Tussen 1981 en 1999 is het percentage mensen dat aangeeft heel veel vertrouwen te hebben in het rechtssysteem meer dan gehalveerd. Mannen blijken meer vertrouwen te hebben dan vrouwen en jonge mensen hebben veel meer vertrouwen dan oude mensen.

Uit vroegere onderzoeken bleek steeds dat godsdienstige mensen een groter vertrouwen hebben in het rechtssysteem dan niet-religieuzen. Het SCP concludeert echter het tegenovergestelde.

Het SCP heeft de religies verdeeld in vijf groepen: rooms-katholiek, Nederlands hervormd, calvinistisch, overig en niet-religieus. Het blijkt dat de hervormden significant minder vertrouwen hebben in de rechter (58 procent) dan rooms-katholieken (73 procent).

Bij vergelijking van de verschillende kerkgenootschappen blijken er alleen significante verschillen te bestaan tussen de aanhangers van de Nederlandse hervormde kerk en de SoW-kerken enerzijds en niet-religieuzen anderzijds.

Overigens geven de onderzoekers aan dat het erg ingewikkeld is om een juiste definitie te geven van vertrouwen, zodat iedereen hetzelfde bedoelt bij het invullen van de enquête.