De gesel van Port-Royal
Een dromerige vallei onder de rook van Parijs bewaart de sporen van wat ooit een bloeiende abdij was: Port-Royal des Champs. In de sobere cellen van de naburige hoeve Les Granges trekt de natuurkundige en filosoof Blaise Pascal zich in 1655 terug.
Hij begint er aan een serie brieven, gericht tegen de ideeën van de jezuïeten. Het worden de scherpste pamfletten uit de Franse literatuur. Pascal schrijft de ”Lettres à un provincial” anoniem. Als geadresseerde verbeeldt hij zich iemand van het platteland, „un provincial.” Vriend en vijand zijn ontzet over de manier waarop Pascal, in gewone en glasheldere taal, de jezuïeten te lijf gaat. Niemand heeft ooit de Sorbonne, de jezuïeten en daarmee ook de koning op zo’n manier belachelijk gemaakt. Als kanonschoten volgen de brieven elkaar op, achttien in totaal. De politie van Parijs heeft haar handen vol met het opsporen van de drukkers. Pascal blijft verborgen, de Parijse salons genieten mee.
De strijd tussen jansenisten en jezuïeten vormt het grootste theologische conflict in het zeventiende-eeuwse Frankrijk. Op bevel van koning Lodewijk XIV wordt het abdijcomplex in 1711 vrijwel met de grond gelijkgemaakt.
De hoeve van Port-Royal, waar Pascal zich in 1655 terugtrok, is overeind blijven staan. Het langwerpige gebouw met een binnenplaats herbergt tegenwoordig een historisch museum. Wie het park bezoekt, treft er fundamenten aan, met enkele restanten van de muur. De voormalige begraafplaats is ter herinnering beplant met rijen bomen. Bij La Solitude, een religieuze steen, gingen de broeders en zusters bidden. Verder zijn er nog een sobere wasbak, een schuur en een duiventil.
De Société des Amis de Port-Royal houdt de herinneringen van heldhaftig verzet tegen religieuze bureaucratie levend. Pascal wist zich sterker dan de paus: „Mijn brieven worden in Rome veroordeeld, maar wát ik erin veroordeel, wordt in de hemel veroordeeld.”