„Vernieling triomfboog Palmyra pure wraak”
LEIDEN (ANP). De door Islamitische Staat (IS) vernielde triomfboog in de Syrische stad Palmyra is „het zoveelste bewijs van nietsontziende, pure wraakneming op oudheidkundige monumenten van onschatbare waarde”.
De verslagenheid is groot bij prof. Peter Akkermans, hoogleraar Acheologie van het Nabije Oosten aan de Rijksuniversiteit Leiden. „Dit raakt me in alle opzichten. Niet alleen professioneel, maar ook persoonlijk. Ik heb daar 25 jaar opgravingen gedaan.”
De motieven van de IS-strijders voor deze zinloze vernieling zijn volgens Akkermans duidelijk: de leden van de terreurorganisatie willen wraak voor de bombardementen door een internationale coalitie. „Dit is een uitzonderlijk wrede aanslag door een onverdraagzame terreurorganisatie die een religie uit de Middeleeuwen aanhangt. Ze schromen niet om met bulldozers over belangrijke archeologische vindplaatsen heen te rijden.”
Afgelopen zondag werd de triomfboog in de historische stad Palmyra opgeblazen, volgens de wetenschapper „onderdeel van een perfect staaltje Romeinse bouwkunst”. De boog behoort tot de vele ruïnes in de stad en staat aan het begin een reeks colonnades, gebouwd door de Romeinen. Palmyra, ook wel stad van de duizend zuilen genoemd, behoort tot de belangrijkste archeologische plaatsen in het Midden-Oosten. Tot aan het begin van de burgeroorlog in 2011 was Palmyra de belangrijkste toeristische bestemming in Syrië.
De tempels, badhuizen, zuilenrijen, theaters en siergraven staan op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, althans wat daar nog van over is. Akkermans noemt dat laatste buitengewoon frustrerend. „We kunnen wel weer roepen, ons opwinden en verbolgen zijn, maar we kunnen helaas weinig tegen die vernielingen doen. De afrekening met IS moet op het slagveld gebeuren. Pas daarna kunnen we de balans van alle verwoestingen opmaken. Ik vrees dat dat nog jaren zal duren.”
Zijn collega-archeoloog Lucas Petit, verbonden aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, zegt dat het voor hem „vreselijk is om deze verwoestingen te zien”. Petit noemt de triomfboog en andere monumenten zo mooi en uniek dat de waarde ervan niet te beschrijven is. Toch vindt hij aandacht voor de nieuwe verwoesting onjuist. Hij vindt dat aan IS geen enkele aandacht moeten worden geschonken. „Aandacht is precies wat ze willen en waarom ze steeds opnieuw stukjes kapot maken”, aldus Petit, op het ogenblik werkzaam aan opgravingen in Jordanië. „Ze zullen doorgaan met deze verwoestingen totdat het de wereldbevolking niet meer raakt.”