Vanuit de politiebonden is er vanaf het begin kritisch gekeken naar de nieuwe opzet. Ook de ‘werkvloer’ had zo zijn bedenkingen.

Bij de vorming gingen de 26 regiokorpsen op in de tien regionale eenheden. De voormalige KLPD is de basis van de landelijke eenheid. Daarin zijn onder meer ondergebracht de landelijke recherche (DLR), en de Dienst Bewaken en Beveiligen (DB&B).

Vanaf het begin zijn er veel problemen geweest met de reorganisatie. Er is veel onrust over de gevolgen van de veranderingen. De politiemensen vinden ‘de afstand’ tussen de werkvloer en de top te groot. De bonden ACP, NPB, ANPV en VMHP overleggen regelmatig met de verantwoordelijke ministers. In november 2014 schreef Opstelten al aan de Kamer dat de aansturing beter moest omdat er te veel tegelijk werd aangepakt.

Eind augustus liet minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) weten dat er fors meer geld en tijd nodig is voor de veranderingen. Ook hij zei dat er te veel tegelijkertijd moest gebeuren. Het budget voor de reorganisatie verhoogde hij van 230 miljoen naar 460 miljoen. Van der Steur wil dat de burgemeesters meer zeggenschap krijgen over de veiligheid in hun stad of dorp. Door de problemen is er „te weinig ruimte voor lokaal maatwerk”, aldus de bewindsman

Afgezien van de moeizame reorganisatie voeren de politiemensen ook al maanden actie voor een betere cao. Ze zijn het niet eens met het aanbod van het kabinet.