Forse stijging stadionverboden in voetbal
UTRECHT (ANP). Het aantal stadionverboden dat in het afgelopen seizoen 2014-2015 is opgelegd aan voetbalsupporters is met bijna de helft gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Vooral door enkele grote incidenten ligt het aantal verbanningen met 890 een stuk hoger dan in 2013-2014, toen er 590 stadionverboden werden uitgedeeld. Daarbij is ook het aantal fans dat in beroep gaat tegen de straf een stuk hoger dan in 2013-2014, zo blijkt uit het donderdag gepubliceerde jaarverslag van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV).
De meeste straffen worden uitgedeeld voor geweldsdelicten, maar ook het afsteken of in bezit hebben van vuurwerk is een van de hoofdredenen voor een straf. De meeste stadionverboden werden opgelegd voor overtredingen rond FC Den Bosch-FC Oss (98) en AS Roma-Feyenoord (80). Zoals elk seizoen geldt voor zo’n tachtig procent van de gestraften dat het hun eerste stadionverbod is.
Het aantal incidenten en de politie-inzet bleef min of meer gelijk met voorgaande seizoenen. De voetbalgerelateerde politie-inzet, inclusief opsporing achteraf en voorbereiding vooraf, bleef rond de 300.000 uur. De helft hiervan wordt besteed aan de eredivisie, 20 procent aan de eerste divisie en 15 procent aan Europees voetbal. Ajax-Paris Saint-Germain (7000 uur) en Feyenoord-AS Roma (6500) vroegen de meeste aandacht. Nationaal kostte FC Den Bosch-FC Oss (3000 uur) de meeste inzet.
Het CIV turfde in totaal 822 incidenten rond voetbalwedstrijden, waarvan 509 plaatsvonden binnen het stadion. Zowel binnen als buiten het stadion gaat het in de meeste gevallen om incidenten met vuurwerk (35 procent). Vechtpartijen en het gooien van voorwerpen vormen beide 10 procent van het aantal incidenten.