Eigenlijk was het zijn moeder die hem op het idee bracht om voor zichzelf te beginnen. „Ik heb altijd wel wat gedaan. Vanaf mijn elfde heb ik een paar jaar lang de auto’s van mensen in het dorp gewassen, ik heb armbandjes verkocht en heb ook nog een poosje in de tuin gewerkt. Toen ik weer wat anders zocht, zei mijn moeder „Waarom ga je dit niet proberen?””

Dat hoefde ze maar één keer tegen haar ondernemende zoon te zeggen. Van het geld dat hij van zijn eerdere bijbaantjes had gespaard, kocht hij uit een executieverkoop een winkelwagen. „Al was dat wel een hele uitgave.”

Stage

Hij liep stage bij een kaashuis en speurde samen met zijn vader naar de groothandels waar ze de lekkerste kaas konden inkopen. „We zijn een heel poosje bezig geweest om alles goed voor te bereiden. Ik heb thuis kaas leren snijden. Dat kostte ook nog tijd.” Daarnaast verdiepte hij zich in het branden van noten en het samenstellen van notenmixen. Maar inmiddels staat de havoleerling aan het hoofd van zijn bedrijf Den Besten kaas, noten & zo. Dat laatste doelt op de zuidvruchten, eieren, olijven en andere delicatessen die Ardie ook verkoopt.

De Leerbroeker is alleen op zaterdag ondernemer. „Doordeweeks ga ik gewoon naar school. Ik zit in het examenjaar, dus moet dat ook goed in de gaten houden. Dat lukt heel best tot nu toe. Van maandag tot en met vrijdagmiddag staat de studie voorop, pas daarna ga ik aan de slag met mijn winkel.” Of hij later verder gaat met zijn kaas- en notenhandel weet hij nog niet. „Eerst mijn diploma halen, daarna zie ik wel verder. Mijn ouders hebben het liefst dat ik ga studeren. Maar echt dol ben ik daar niet op. Als ik ga doorleren moet het wel iets met handel of economie zijn, want uiteindelijk wil ik wel voor mezelf aan de slag.”

Ondernemersfamilie

Daarmee kruipt het bloed waar het niet gaan kan, want Ardie stamt uit een echte ondernemersfamilie. Zijn vader heeft een eigen bedrijf in dakgoten, terwijl zijn moeder ooit op de markt stond om haar vader te helpen. „Opa heeft zijn hele leven diervoeders verkocht op de markt. Hij vindt het prachtig dat zijn kleinzoon nu in zijn voetsporen treedt. Hij is slecht ter been, anders zou hij elke week komen kijken. Hij heeft allerlei wijze lessen voor me. „Ook als het een paar weken minder gaat, moet je niet opgeven hoor. Gewoon volhouden”, zegt hij steeds. Trouwens, ook mijn andere opa vindt het prachtig wat ik doe. Mooi dat mijn ouders en grootouders zo achter me staan. Dat is een hele steun.”

Over klandizie heeft de jonge ondernemer niet te klagen. „De contacten met de klanten zijn prima. Ik krijg veel reacties van mensen die het grappig vinden dat ik zo jong voor mezelf ben begonnen. En met de verkoop gaat het ook goed. De klanten staan zich gewoon voor mijn kraam te verlekkeren. Wat dat betreft verkoop ik gewoon de goede spullen”, zo toont Ardie den Besten zijn ondernemersgeest.