Ex-gedeputeerde wilde geen onrust over duur Sloewegproject Zeeland
MIDDELBURG. De afgetreden Zeeuwse CDA-gedeputeerde Van Beveren heeft Provinciale Staten van Zeeland bewust niet tijdig geïnformeerd over tegenvallers bij het Sloewegproject. „Dat zou onrust veroorzaken en we wilden als college niet met vragen worden geconfronteerd waarop we geen antwoord konden geven.”
Van Beveren zei dit vrijdag op een openbare hoorzitting in het provinciehuis in Middelburg over het Sloewegdebacle.
In september 2014 waren er duidelijke signalen dat het project duurder uitviel. Van Beveren zei vrijdag dat hij steeds heeft geprobeerd binnen het project besparingen te realiseren voordat hij de Staten ging inlichten. „Het project was beladen. De Staten wilden een prachtige weg, maar het mocht niet te veel kosten. Ze vonden dat extra geld voor projecten niet uit de reserves mocht komen en ze wilden het potje onvoorzien liever niet gebruiken. Als er tegenvallers waren moesten die maar binnen het project worden opgelost.”
Miljoenenenstrop
Van Beveren benadrukte dat hij zelf pas in januari 2015 vanuit de projectorganisatie over de problemen werd geïnformeerd, terwijl er toch wekelijks voortgangsoverleg was. Hij zat ook niet in de ambtelijke stuurgroep die het project begeleidde. De Staten zijn uiteindelijk op 31 maart over de miljoenenstrop geïnformeerd.
Van Beveren zei dat hij het omstreden project graag had willen onderbrengen in een bv, maar dat zijn ambtenaren dat hebben tegengehouden. „Zo’n constructie werkt heel prettig, ook bij de bouw van de Sluiskiltunnel was met succes daarvoor gekozen. Ik was net gedeputeerde. Maar toen ik met dat idee kwam, kreeg ik veel over me heen: wat dacht je wel niet, eindelijk hebben we weer eens een mooi Zeeuws project en dan laat jij dat van ons afpakken, was de teneur.”
Volgens Van Beveren zijn er wel second opinions losgelaten op de projectbegroting, „maar de bandbreedte daarvan was volstrekt onduidelijk, ze gingen alle kanten op: bij de ene kwam eruit dat het financieel meeviel en bij de andere dat het juist tegenviel.”
De in april vanwege het Sloewegechec afgetreden gedeputeerde zei dat informatie ook is geheimgehouden in het belang van de aannemer. „Wat openbaar kan, moet openbaar. Maar ik kreeg informatie waarvan ik vond dat er risico’s waren; aannemers kijken ook mee als je met de Staten praat. Als er dan ramingen en bedragen worden genoemd, zou je in een achterstandssituatie kunnen komen.”
Statenleden zijn volgens Van Beveren op tussentijdse besloten informatiebijeenkomsten bijgepraat over de voortgang van het project. „Maar lang niet alle Statenleden maakten daar gebruik van.”
De verdubbeling van de Sloeweg tussen de snelweg A58 en de Westerscheldetunnel is door een reeks blunders miljoenen duurder geworden dan begroot. Het project is intussen versoberd, maar kost nog steeds ruim 20 miljoen euro meer dan de begrote kleine 60 miljoen.
In mei stelden Provinciale Staten een onderzoekscommissie in. Dat onderzoek is bedoeld om lering te trekken uit het Sloewegdebacle, zodat in de toekomst grote projecten beter beheerst en gecontroleerd kunnen worden. De commissie houdt in het kader van het onderzoek in totaal drie hoorzittingen, waarvan die van vrijdag de eerste was.
A. J. G. Poppelaars (CDA), die tot 2010, toen Van Beveren aantrad, Zeeuws gedeputeerde was, erkende op de hoorzitting dat er te weinig structuur zat in de berekeningen voor het project. Poppelaars schreef dat mede toe aan overbelasting van de afdeling financiën op het provinciehuis, die destijds met meerdere ingewikkelde projecten tegelijk bezig was.
In slaap gesust
Poppelaars: „Een echte begroting ontbrak in het begin en we gingen ervan uit dat we moesten bijbetalen. Na maanden lobbyen was er 80 miljoen losgekregen bij het Rijk. Er lag nog een financiële tegenprestatie voor de aankoop van de Hedwigepolder van 20 miljoen. Er werd van uitgegaan dat met die 100 miljoen het Sloewegproject en de modernisering van de Tractaatweg konden worden uitgevoerd. We zijn misschien wat in slaap gesust. Toen die 80 miljoen eindelijk binnen was hebben we gedacht: het geld is er, de rest is techniek en uitvoering.”