Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) heeft het rapport dinsdagochtend, de ochtend van Prinsjesdag, naar de Tweede Kamer gestuurd. In zijn begeleidende brief laat de minister weten dat hij nog met het OM gaat praten over de voortgang van de reorganisatie.

Van der Steur wijst er wel op dat het OM er de afgelopen jaren geld bij heeft gekregen, onder meer voor het wegwerken van achterstanden en de aanpak van terrorisme. Hij concludeert dat het budget voor het Openbaar Ministerie daarom voor 2016 toereikend is.

In het rapport wordt ook aandacht besteed aan de randvoorwaarden die nodig zijn voor het Openbaar Ministerie om het werk goed te kunnen doen. De onderzoekers concluderen onder meer dat er bij de ICT en de digitalisering nog veel moet verbeteren.

Bij het OM zelf wordt gesproken over „hoge kosten, veel uitval, verouderde technologie, veel hand- en scanwerk”. De medewerkers van het OM werken voor een groot deel nog met papieren dossiers. De aansluiting met de systemen van de bijvoorbeeld de politie waar het OM veel mee samenwerkt, is ook nog niet voldoende. Dat levert geregeld dubbel werk op, blijkt uit het onderzoek.

Magda Berndsen van D66 in de Tweede Kamer noemt de bevindingen van de onderzoeker „niet mals” en wil dat het tempo inderdaad verlaagd wordt. „Het OM staat onder een grote bezuinigingsdruk van minister Van der Steur en die druk is onverantwoord. De minister zal de bezuinigingen moeten temporiseren. Doet hij dit niet, dan komt de kwaliteit van het OM in gevaar. De minister geeft in zijn reactie aan dat hij het advies gaat negeren. Dit zagen we eerder bij de Nationale Politie, waar bijna iedereen al jaren inzag dat die reorganisatie getemporiseerd moest worden, ondernam de minister pas actie toen het water aan de lippen stond.”