Als militairen op missie zijn in het buitenland dan maken ze voor de gesprekken met hun advocaat gebruik van een beveiligde telefoonlijn. Die gesprekken worden opgenomen. Hoewel de inhoud van de gesprekken volgens Defensie alleen gebruikt mag worden als dat voor de veiligheid noodzakelijk is, hebben advocaten hier toch zorgen over.

Ruperti staat bijvoorbeeld de Nederlandse militair bij die dit jaar in het Iraakse Erbil per ongeluk een Koerdische Peshmergasoldaat neerschoot tijdens de training. De advocaat zegt dat hij concrete aanwijzingen heeft dat er toen is afgeluisterd en vreest dat die informatie misbruikt kan worden. Daarom heeft hij de rechter-commissaris in Arnhem verzocht een onderzoek in te stellen.

Knoops en Ruperti constateren dat er toenemende onrust is over het afluisteren van advocaten. Zo diende onlangs een kort geding waarin advocaten onafhankelijk toezicht eisten op het afluisteren van advocaten of anders een verbod. „In het militaire strafrecht ligt dit nog gevoeliger, omdat daar belangen van Defensie mee zijn gemoeid”, zegt Knoops.

Hij en Ruperti vinden dat voorkomen moet worden dat de verhoudingen tussen de advocatuur en de Defensie verharden. „Het probleem los je niet alleen op met bezwaarschriften en rechtszaken”, zeggen ze. De advocaten, beiden reserveofficier, benadrukken dat een gesprek met het ministerie over wat voor beide partijen belangrijk is, ook tot een oplossing kan leiden.

Het ministerie laat weten dat minister Hennis al een gesprek heeft gehad met de Nederlandse Orde van Advocaten, maar dat ook Knoops en Ruperti op het departement welkom zijn voor een gesprek.

Een woordvoerder laat verder weten dat het beeld niet klopt dat de MIVD advocaten te pas en te onpas afluistert. „De MIVD kan niet iedereen afluisteren, wil dat niet en mag dat ook niet.”