„Plaats delict duidde niet meteen op misdrijf”
ROTTERDAM (ANP). Toen het lichaam van Els Borst gevonden werd, was de aard en de omvang van de verwondingen niet meteen duidelijk. Ook moest het onderzoek „met de grootste zorgvuldigheid worden verricht”. Dat zei het Openbaar Ministerie dinsdag naar aanleiding van de vele vragen die zijn gerezen over de communicatie vlak na het overlijden van Borst.
Vorige week werd bekend dat de oud-politica om het leven kwam door 41 steekwonden. Dat leek niet te rijmen met de mededelingen vlak na haar overlijden dat een ongeval niet uit te sluiten was. Volgens het OM wees de situatie op de plaats delict niet per se op een misdrijf: er was niets weggenomen en „de sporen waren met name geconcentreerd op een klein oppervlak rond het lichaam”.
Ook zouden de verwondingen op het eerste gezicht veroorzaakt kunnen zijn door voorwerpen die ter plekke aanwezig waren.
Op 11 februari, de dag nadat het lichaam werd gevonden, is een scan gemaakt, sectie verricht en is een aantal voorwerpen onderzocht. Naar aanleiding van deze onderzoeken werd vanaf 12 februari geen rekening meer gehouden met een ongeval. Dat is eerst aan de nabestaanden gemeld en vervolgens, op 13 februari, is dat aan de pers verteld, aldus het OM.
Dat er niets is gezegd over het aantal en de aard van de verwondingen, was in het belang van het onderzoek, omdat het om daderinformatie ging: details die alleen de dader kan weten.