„Rotterdammer moet te lang wachten op hulp”
ROTTERDAM. Rotterdammers moeten te lang wachten op de zorg en ondersteuning waar ze recht op hebben. Dat heeft Anne Mieke Zwaneveld, de ombudsman van de havenstad, vrijdag in een brief aan de gemeenteraad geschreven.
Ook verstrekken de gemeentelijke diensten te weinig informatie over de voortgang van een aanvraag, aldus de NOS vrijdag.
Het zou daarbij om allerlei soorten aanvragen gaan, variërend van een verzoek om een scootmobiel of traplift tot het verkrijgen van huishoudelijke hulp.
Zwaneveld maakt zich grote zorgen over de uitvoering van de Wet maatschapelijke ondersteuning (WMO) en de Jeugdwet door de gemeente Rotterdam. Mensen moeten maandenlang wachten op hulp, terwijl er wettelijk maximaal acht weken mag zitten tussen aanvraag en besluit. De gemeente blijft dus volgens de Rotterdamse ombudsman in gebreke. Niet alleen burgers klagen, ook zorgverleners nemen contact op met het kantoor van de ombudsman.
„Er wordt over de afhandeling van alle soorten WMO-aanvragen geklaagd”, schrijft Zwaneveld. „Deze verscheidenheid lijkt erop te duiden dat er bij de verantwoordelijke afdelingen van de gemeente sprake is van structurele problemen. Ik heb nog geen verbetering waargenomen in de afhandeling van de aanvragen. Het is zelfs zo dat ik in augustus 2015 aanzienlijk meer klachten heb binnengekregen dan in de voorgaande maanden.” Volgens Zwaneveld gaat het om het topje van de ijsberg.
Wethouder De Jonge van Rotterdam gaf volgens het tv-programma Nieuwsuur vrijdagavond in een reactie aan het heel vervelend te vinden als Rotterdammers langer op ondersteuning moeten wachten dan de bedoeling is. „Dat kan en moet beter.” Volgens de wethouder zit Rotterdam er bovenop.