„Monumenten ten onrechte verguisd”
Wonen in een monumentaal huis heeft ten onrechte een slecht imago onder huiseigenaren. Het toewijzen van een monumentenstatus aan een pand leidt niet tot waardevermindering door hoge onderhoudskosten.
Die conclusie trekken onderzoekers van de Rijksdienst voor Monumentenzorg en de Stichting Nationaal Restauratiefonds in het donderdag gepresenteerde rapport ”Monument en Rendement”.
Eigenaren van een monumentaal pand denken vaak ten onrechte dat ze veel geld kwijt zijn aan onderhoud, stellen de onderzoekers, die 152 monumenteigenaars ondervroegen. Monumentale panden hebben daardoor een slecht imago en worden als onroerend goed ondergewaardeerd.
Veel eigenaren dienen beroep- of bezwaarschriften in tegen de toewijzing van een monumentale status. Onbekendheid met de betekenis van die status zijn daarvan de oorzaak. Ook weten veel eigenaren of kopers niet dat er subsidies en fiscale voordelen zijn voor monumentale gebouwen. Eigenaren die dat wel weten, waarderen het gebouw meer, aldus de onderzoekers.
De subsidies en fiscale voordelen gelden echter voor rijksmonumenten en niet voor gemeentelijke monumenten. De onderzoekers pleiten ervoor om de voordelen ook voor eigenaren van gemeentelijke monumenten toegankelijk te maken.
Verder zouden overheid, monumentenorganisaties en makelaars eigenaars en potentiële kopers beter moeten voorlichten over de voor- en nadelen. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de gemeente Arnhem.