„Film ”The Passion” tegen Joden én christenen”
De film ”The Passion of the Christ” heeft antisemitische trekken, zo vonden enkele deelnemers aan een bezinningsdag over opkomend antisemitisme woensdag in Utrecht. De Matthäus Passion van Bach heeft ook antisemitische teksten, vindt rabbijn L. van der Kamp. „Als je als christen afstand wilt nemen van het antisemitisme moet je niet gaan luisteren naar de Matthäus Passion.”
Zijn mening kreeg zowel bijval als afkeuring uit de zaal. „Kritiek hebben op Israël mag. Joden beledigen mag niet”, zei Hadassa Hirschfeld van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). „Ik heb zelf heel veel kritiek op de staat Israël. Maar deze kritiek is niet antisemitisch.”
De bijeenkomst was georganiseerd door de Regionale Werkgroep Kerk en Israël Utrecht en was vooral bedoeld voor theologen en leden van commissies Kerk en Israël. Volgens Hirschfeld heeft antisemitisme tot doel Joden te beledigen. Het conflict tussen Israël en de Palestijnen is naar haar mening een ruzie over land, waarbij beide partijen zich soms niet correct gedragen. Dat heeft niet direct te maken met de Joden in Nederland. De uiting ”Stop de Joodse bezetting” is volgens Hirschfeld wel een antisemitische tekst, omdat de Joden de schuld krijgen van wat in Israël gebeurt.
Ze meent dat latent aanwezige antisemitische gevoelens in de Nederlandse samenleving direct bestreden moeten worden. Dat geldt ook voor uitingen op internet, want wat „iemand op internet schrijft, kan hij aan klasgenoten vertellen.” Soms helpen zulke protesten. Columnist Theo van Gogh, tegen wie het CIDI eens een proces voerde, neemt het nu zelfs op voor de Joden.
Hirschfeld wijt de toename van het aantal antisemitische incidenten voor het grootste deel aan de moslimgemeenschap. „De Joodse gemeenschap en de moslimgemeenschap moeten de hand naar elkaar uitsteken. Als het niet lukt om elkaar met respect te bejegenen, gaan we op weg naar een gesegregeerde samenleving.”
”The Passion of the Christ” vindt ze een film die het antisemitisme bevestigt. „Het is niet alleen een film tegen het Jodendom maar ook tegen het christendom. Jezus verdient meer dan bloederig neergezet te worden.” Dagvoorzitter A. Bouwman, hoofd van het Regionaal Dienstencentrum van de Samen op Weg-kerken in Utrecht, zei na afloop van de bijeenkomst dat verschillende meldingen van antisemitisme in de film bij de Protestantse Raad voor Kerk en Israël zijn binnengekomen. Ze hoopt op verwijdering van de omstreden scènes en als dat niet mogelijk is dat er voor of na het vertonen van de film over de antisemitische passages gesproken zal worden.
Ds. P. Wansink, hervormd predikant in Winterswijk, herkent antisemitische tendensen in de film. Volgens hem is er al veel gewonnen als mensen hiervan op de hoogte zijn.
Tijdens zijn referaat zei ds. Wansink dat er niet zo veel verschil is tussen antisemitisme (haat tegen het Joodse volk) en anti-judaïsme (haat tegen de Joodse godsdienst). „Het kerkelijke anti-judaïsme heeft steeds geleid tot het oplaaien van Jodenhaat.” Constantijn de Grote, de eerste christelijke Romeinse keizer, schreef al anti-judaïstische passages in een brief over de paasdatum: „In de eerste plaats scheen het ons onwaardig dit allerheiligst feest te vieren, daarbij het gebruik der Joden volgend, die hun handen verontreinigd hebben door een goddeloze misdaad. Daarom is hun geest terecht met blindheid geslagen. Laten we niets gemeenschappelijks hebben met dat vijandige Joodse volk. Hoe zouden zij zuiver kunnen denken, die na de Heer- en Vadermoord buiten zinnen geraakt zijn?”
Luther en Calvijn deden het niet veel beter. Wansink: „Luther hoopte dat de Joden met de komst van een gezuiverde kerk hun verzet tegen Jezus als Zoon van God zouden opgeven. Toen dat niet het geval bleek, raakte hij verbitterd en schreef hij felle antisemitische teksten. Als ik zou zeggen wat Calvijn over de actuele Joodse situatie schreef, zou het u wit om de neus worden.”