Dichtbebouwd Leiden krijgt groene long
LEIDEN. Aan de Marepoortkade in de Leidse binnenstad liggen bootjes en staan enkele bomen. Verder is het een wat grauwe bedoening, met vooral veel steen. Maar dat gaat de komende tijd veranderen. „Over een paar jaar is het hier groen”, vertelt Leidenaar Conny Broeyer (60).
De vergroening van de Marepoortkade beslaat slechts een klein deel van een omvangrijk project dat binnen enkele jaren het aanzicht van de Sleutelstad moet transformeren. Broeyer is voorzitter van de stichting Vrienden van het Singelpark, dat samen met de gemeente een aaneengesloten stadspark realiseert aan weerszijden van de ruim 6 kilometer lange vestinggracht die de historische Leidse binnenstad omzoomt.
„Leiden is een van de meest dichtbebouwde steden van Nederland”, licht bestuurslid Jan Willem Broekema (62) toe, tijdens een wandeling door het toekomstige park. „Het wordt een groene long.”
Vestinggracht
De verwezenlijking van het Singelpark – er zijn inmiddels tien deelprojecten van start gegaan – laat op indrukwekkende wijze zien wat burgerparticipatie kan bereiken. Het idee voor het aaneengesloten stadspark rond de vestinggracht is afkomstig van een gewone Leidenaar, ondernemer Jeroen Maters. Hij maakte het college van B en W deelgenoot van zijn ingeving en binnen de kortste keren meldden zich landschapsarchitecten, buurtverenigingen, scholen en vrijwilligers die er samen de schouders onder wilden zetten. Alleen studenten van de Universiteit Leiden laten het nog afweten.
„Het wordt het mooiste, langste en spannendste stadspark van Nederland”, aldus voorzitter Broeyer. „Het wordt één park, maar elk deel krijgt zijn eigen identiteit. Niet wij als stichting, en ook niet de gemeente, maar Leidenaren bepalen hoe het eruit komt te zien en wat er te doen is.”
In de kweektuin, een lap grond van 2600 vierkante meter naast het Centraal Station, kunnen burgers en organisaties zelf een stukje grond adopteren en daar alvast experimenteren met soorten bloemen en planten. De NS schonken bankjes voor deze tijdelijke proeftuin, een kunstenaar ontwierp de beschildering van de opslagplaats en jongeren met een verstandelijke beperking maakten vrolijk gekleurde bakstenen.
Een van de deelprojecten die reeds lang in gang zijn gezet, is het gebied rond molen De Put. Op de vraag of er niet veel meer tijd in gaat zitten dan vooraf gedacht, volgt een veelbetekenende blik op de gezichten van beide bestuursleden. Broeyer is naast haar fulltimebaan twintig uur per week kwijt aan het voorzitterschap van de stichting. „Het mooie aan dit werk is dat je niet alleen praat, maar ook dóet. Je zit dikwijls met je handen in de modder.”
Naar verwachting zijn eind 2017 alle verbindingen gelegd en bruggetjes gebouwd, zodat er één aangesloten pad van 6,3 kilometer ontstaat. Maar daarmee is het park niet af. Er worden geveltuintjes aangelegd, parkeerplaatsen worden vervangen door bomen en de donkere stenen muur rondom molen De Put zal door planten groen kleuren.
Eerste fase
De gemeente heeft als doel dat in 2017 de eerste fase van het werk gereed is. Het park is dan nog niet klaar, maar wat Broekema betreft houdt het werk nooit op. „Ik hoop dat iemand over vijftig jaar nog steeds kan zeggen: Hé, ik wil het anders.”
Het begin is veelbelovend. Volgens Broekema wordt vergelijkbaar werk in grotere steden door drie man gedaan. „Onze stichting heeft honderden actieve vrijwilligers.”
Broeyer: „Ik denk inderdaad dat Leidenaren bovengemiddeld bereid zijn om zich in te zetten voor hun stad.”
En wanneer is de stichting tevreden? „Het is misschien een politiek-correct antwoord, maar we zijn pas tevreden als de Leidenaar het park straks weet te vinden en te gebruiken.”
Dat moet wel goed komen. Tijdens El CID, de introductieweek voor het nieuwe universiteitsjaar, liggen studenten aan het water, hangen ze rond de bankjes of strijken ze neer op het gras met een meegebrachte pan pasta.
Het park weten ze te vinden. Nu zich nog aanmelden als vrijwilliger.