Bestuurders van lagere overheden voelen veelal voor verkoop van de aandelen, omdat ze als aandeelhouders nauwelijks invloed kunnen uitoefenen op het energiebeleid van de maatschappijen. Wel willen ze geld vrij maken voor andere investeringen.

Eerder deze week kreeg de top van de energiebedrijven tijdens een bijeenkomst in het ministerie van Economische Zaken van een topambtenaar te horen, dat privatisering van hun ondernemingen niet voor 2009 zal plaatsvinden. Minister Brinkhorst zei woensdag tijdens een bijeenkomst in Den Haag met functionarissen van energiebedrijven, dat hij nog geen besluit heeft genomen.

Hij wil nog deze maand een brief aan de Tweede Kamer sturen over de toekomst van de elektriciteitsvoorziening. Duidelijk is, dat de D66–bewindsman een scheiding wil aanbrengen tussen de netwerken van de energiebedrijven en het deel van het bedrijf dat energie levert.

Onafhankelijk beheer van netwerken moet garanderen dat leveranciers gelijke toegang krijgen tot verbruikers. Daardoor ontstaat eerlijke marktwerking, waarmee de verbruikers hun voordeel moeten doen.

De energiebedrijven zien reikhalzend uit naar de brief van de minister. Als onafhankelijkheid van netwerken inhoudt dat ze die moeten verkopen, worden de bedrijven een stuk minder waard voor aandeelhouders. Varianten zijn echter mogelijk, zoals hoogspanningsnetten in beheer geven aan netwerkbeheerder Tennet. Sommige bedrijven doen dat al.

De energiebedrijven vrezen dat ze in de toekomst in een vrije Europese markt in een nadelige positie komen ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten. Het ziet er niet naar uit, dat elders in Europa de bedrijven gesplitst gaan worden in een verkoopbedrijf en een netwerkbedrijf. Een ongesplitste onderneming heeft meer vermogen en kan daardoor meer zekerheid bieden aan financiers. Dat heeft als voordeel lagere rentelasten.