Bijensterfte weer terug op hoog niveau
HILVERSUM. De bijensterfte in de afgelopen winter was dubbel zo hoog als in de winter daarvoor. Achteraf bezien was de voorlaatste winter met zijn geringe bijensterfte een positieve uitzondering, aldus bijenonderzoeker Romée van der Zee vrijdag tegenover de NOS.
Afgelopen winter ging 18 procent van de bijen, die erg belangrijk zijn voor de landbouw, dood, tegenover 9 procent een jaar eerder. „Het betekent een voortzetting van de reeks hoge bijensterften die we de afgelopen tien jaar hebben gezien”, zegt Van der Zee.
Bijen hebben vooral last van een parasiet, de varroamijt. In 2013 had de mijt weinig kans om zich te ontwikkelen door het koude voorjaar, met een lage bijensterfte tot gevolg. Dit jaar is de hoge bijensterfte door het normale voorjaar weer terug.
Ook de wespen haalden gisteren weer het nieuws, maar juist vanwege hun hoge aantal. Steeds meer mensen constateren dat zich momenteel een wespenplaag ontwikkelt. Volgens insectendeskundige Marcel Dicke, verbonden aan Wageningen University, is er echter geen sprake is van een wespenplaag. „Het is een redelijk gemiddeld jaar.”
Dicke wijst op het nut van de geel-zwarte brommende diertjes. „Ze eten ontzettend veel andere insecten, waaronder ook die schadelijk zijn voor de landbouw.”
Dat de insecten het op zoete drankjes en andere lekkernijen van de mens hebben gemunt, komt door hun behoefte aan suikers. „Dit is de tijd van het jaar dat alle wespenlarven zijn uitgekomen. De larven hebben veel suiker nodig.”