Het verdwijnen van weidevogels heeft te maken met onder meer de schaalvergroting en intensivering in de landbouw. Zo gaan veel nesten en kuikens verloren doordat steeds vroeger en vaker wordt gemaaid. De weidevogelstand wordt ook negatief beïnvloed door de verschuiving in de landbouw van „gevarieerde, vochtige, kruidenrijke hooilanden” naar gedraineerde percelen met slechts één of twee soorten gras. Die zijn makkelijker machinaal te bewerken en leveren een hogere grasproductie op. Maar daardoor is er minder voedsel, dekking en rust voor weidevogels.

„De schaalvergroting vindt al plaats sinds halverwege de vorige eeuw, maar gaat nog steeds door”, aldus het CBS. Volgens het statistiekbureau gaat ook broedgebied voor weidevogels verloren door de uitbreiding van steden. In totaal verdween sinds 1990 ruim 150.000 hectare grasland. Dat is een daling van ruim 14 procent.

De weidevogelstand staat ook onder druk door roofdieren. „Soorten als de buizerd, bunzing, vos en egels hebben - naast veel andere prooien en aas - ook weidevogels op het menu staan”, aldus het CBS.

Volgens Vogelbescherming Nederland is het aantal grutto’s, veldleeuweriken en scholeksters de afgelopen 25 jaar met meer dan de helft afgenomen. Ook met de tureluur gaat het steeds slechter, stelt de organisatie. Vogelbescherming vreest verdere schaalvergroting, omdat sinds april de melkquota zijn losgelaten, waardoor de melkveehouderij verder wordt geïntensiveerd.

Vogelbescherming roept de overheid en de boeren op maatregelen te nemen om het tij te keren. De organisatie pleit voor meer kruiden- en bloemrijk grasland, dat niet zwaar wordt bemest. Ook wil de organisatie dat later in juni wordt gemaaid, zodat de kuikens niet worden doodgemaaid.