„Zorg voor centraal klachtenorgaan”
Steeds meer plaatselijke SGP-fracties zetten ombudsteams op om de kiezer beter van dienst te kunnen zijn. De kloof met de burger moet dicht. Maar is het wel zo wenselijk dat een specifieke partij algemene vragen gaat beantwoorden? „Het is maar de vraag of je het als fractie moet stimuleren dat mensen voor klachten en problemen naar het lokale SGP-ombudsteam gaan”, vindt het Edese SGP-raadslid E. Jansen. Hij pleit voor één gemeentelijke ombudsinstantie.
SGP-fracties timmeren aan de weg met ombudsteams. In SGP-bolwerken als Rijssen, Nunspeet, Barneveld en Veere zijn onlangs dergelijke vraagbaken voor de burger opgericht, of ze zijn in oprichting. En het moeten er nog meer worden, aldus het Nunspeetse raadslid H. Wobben, die in januari in deze krant een pleidooi voerde voor de teams. Met de start van een ombudsloket vullen de fracties een gat dat ontstaat als de gemeente niet kiest voor een ombudsman die de belangen van de hele gemeente dient.
De opkomst van ombudsmannen is een gevolg van de veranderende politiek. De Tweede Kamer behandelt waarschijnlijk deze maand een wetsvoorstel voor zogeheten externe klachtenregeling voor de lagere overheden. Ofwel: om de burger meer bij de lokale politiek te betrekken, wordt iedere gemeente straks verplicht een instelling in het leven te roepen waar klachten van burgers kunnen worden behandeld. Wil een gemeente dit niet, dan kan zij ook kiezen voor aansluiting bij de Nationale Ombudsman. De verwachting is dat de wet -als deze wordt aangenomen- per 1 januari 2006 van kracht wordt.
Veel gemeenten lopen nog niet al te hard om zo’n klachtencommissie in te stellen, maar in Ede gebeurde het wel. Sinds 1 januari van dit jaar functioneert in de Gelderse gemeente een onafhankelijke lokale ombudscommissie die niet aan een partij is gelieerd. Dat is beter dan een team dat nauw aan een politieke fractie ter plaatse is verbonden, vindt SGP-raadslid E. Jansen.
„Het is effectiever dat zowel de gemeentelijke organisatie als het college van burgemeester en wethouders toegankelijk is voor burgers, zodat ze snel en adequaat worden geholpen. B en W is in het dualisme bij uitstek het uitvoerende orgaan van de besluiten die door de gemeenteraad zijn genomen. De gemeenteraad heeft een vertegenwoordigende taak, stelt kaders en controleert of het college het beleid binnen de vastgestelde kaders heeft uitgevoerd. Het is dan ook de taak van de raad om signalen die worden opgevangen onder de burgers te vertalen naar beleidskeuzes die de problemen structureel oplossen, en niet die van een bepaalde politieke fractie.”
Dat betekent niet dat een burger de fractie niet zou moeten benaderen, benadrukt Jansen. „Overigens: negen van de tien keer gaat men dan alle fracties even langs om zaken onder de aandacht te brengen.”
Het gevaar van aan de fractie gelieerde teams, zoals in Rijssen, Nunspeet, Barneveld en Veere, is volgens het raadslid in Ede dat er een wildgroei ontstaat. „Als er in een gemeente meer fracties zouden zijn die overgaan tot het instellen van een ombudsteam, kon dat wel eens inefficiënt gaan werken. Lukt het niet bij het ene ombudsteam, dan ga je toch naar het team van een andere fractie? De praktijk leert dat het veel mensen om de zaak gaat en minder om wie van welke politieke partij is.”
Ook pleit Jansen ervoor nadrukkelijk onderscheid te maken tussen klachten van burgers en de behandeling van doorsnee vragen en problemen. „De ombudsfunctie is in mijn beleving bedoeld voor klachten. In het gebruikelijke traject naar besluitvorming gaat het vaak niet over klachten, maar om plannen waarop men kan reageren of waarover kan worden gediscussieerd.”
En het houdt een keer op. Luisteren naar de burger is een goede zaak, vindt Jansen, maar „we moeten ons realiseren dat er ook onderwerpen zijn waarvan het niet richtinggevend kan zijn wat de burger ervan zegt.”
Het raadslid wijst op de voorstelling De Bloeiende Maagden, die deze maand wordt opgevoerd in het Edese theater Cultura. „Jaarlijks ontvangt Cultura ruim 5 miljoen euro. Laten de inwoners van de gemeente Ede een signaal afgeven aan Cultura en het gemeentebestuur dat dit onacceptabel is. Ook op die manier kan de burger blijk geven van zijn betrokkenheid bij het openbaar bestuur.”