Binnenland

„Hun namen worden niet vergeten”

AMERSFOORT. Twee opa’s, twee oma’s, een oom, een tante en drie neefjes verloor Maud Dahme-Peper (79) in de Tweede Wereldoorlog. Donderdag was ze in Amersfoort bij de onthulling van herdenkingsstenen voor de negen familieleden en een inwonend dienstmeisje. „Voor mij is het een bewogen dag. Herinneringen komen boven.”

Jan Kas
31 July 2015 15:01Gewijzigd op 15 November 2020 20:47
Maud Dahme-Peper legde gisteren een kiezelsteentje op de herdenkingsstenen in Amersfoort ter nagedachtenis aan haar familieleden die zijn vermoord in vernietigingskamp Sobibor. beeld Saskia Berdenis van Berlekom
Maud Dahme-Peper legde gisteren een kiezelsteentje op de herdenkingsstenen in Amersfoort ter nagedachtenis aan haar familieleden die zijn vermoord in vernietigingskamp Sobibor. beeld Saskia Berdenis van Berlekom

Met kleine granieten stenen in het trottoir herdenkt een plaatselijk comité de slachtoffers van het naziregime bij de huizen waar ze woonden toen ze hun vrijheid verloren. In Amersfoort gaat het om ruim 350 Joden en meer dan 70 verzetsstrijders. Maud Dahme-Pepers familieleden zijn vrijwel allen in mei of juli 1943 vermoord in vernietigingskamp Sobibor in Oost-Polen.

Vader Hartog Peper beheerde samen met opa Wolf Peper enkele kiosken in Amersfoort, waaronder sigarenkiosk Kadima (Hebreeuws voor: kom op, maak tempo) op het Stationsplein, en vanaf 1934 restauratie De Pergola bij het tramstation. Opa Simon Eschwege was voorzanger in de Joodse gemeente.

Maud en haar twee jaar jongere zusje Rita konden in de oorlog onderduiken. Als Margje en Rika woonden ze eerst bij de familie Spronk op een boerderij in het Noord-Veluwse Oldebroek, de laatste oorlogsmaanden bracht Maud door op de zolder van het grachtenhuis van de familie Westerink in de nabijgelegen vestingstad Elburg. „Al die tijd verkeerden we in het ongewisse over de vraag of we onze ouders ooit zouden weerzien.”

Hartog Peper en zijn vrouw Lilli Peper-Eschwege vonden een schuilplaats bij een bevriende garagehouder in Amersfoort. „Ze overleefden de oorlog eveneens. De hereniging was verwarrend. Uiteraard waren we blij, maar onze ouders waren ook een beetje vreemden voor ons geworden.”

Vooral de onthulling van de stenen bij het huis van opa Wolf Peper en oma Rebekka Peper-de Jong heeft bij Maud Dahme-Peper veel emotie opgeroepen. „Na de oorlog heb ik er vijf jaar gewoond met Rita en onze ouders, voordat wij naar de Verenigde Staten emigreerden.”

In de staat New Jersey, waar ze jarenlang als vrijwilliger betrokken was bij het onderwijs op de staatsscholen, is Dahme-Peper actief voor de New Jersey Commission on Holocaust Education. Op scholen vertelt ze over de Jodenvervolging en haar oorlogservaringen. Sinds 1999 bezoekt ze met leraren voormalige concentratiekampen in Duitsland, Tjsechië en Polen. „De docenten vertellen hun leerlingen over de Tweede Wereldoorlog. Ze krijgen de gelegenheid om de voormalige kampen te voelen en te ruiken.”

De afgelopen twee weken waren voor de oud-Amersfoortse „niet gemakkelijk.” Ze leidde haar derde groep van dit jaar in Europa rond. „Drie, vier keer per jaar kom ik in de voormalige kampen, maar aan die verschrikkelijke plekken raak je nooit gewend.” Met de leraren gaat ze ook langs Kamp Vught, Amsterdam en haar onderduikadressen in Oldebroek en Elburg.

Maud Dahme-Peper vindt de herdenkingsstenen in Amersfoort waardevol. „Ze houden de her­innering levend aan de mensen die er gewoond hebben. Zo worden hun namen niet vergeten. We eren daarmee de slachtoffers. Voor hen is er geen begraafplaats, nu krijgen ze in zekere zin alsnog hun grafsteen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer