Binnenland

Kees Ritmeester: Keuzes jongere op seksueel gebied zijn diep ingrijpend

GOUDA. Jongeren leren hoe je een goede relatie opbouwt, de ander met respect tegemoet treedt én je eigen grenzen bewaakt. Dat is volgens Kees Ritmeester de grote uitdaging waar ouders en opvoeders in deze tijd voor staan.

30 July 2015 16:05Gewijzigd op 15 November 2020 20:45
Beeld iStock
Beeld iStock

Schokkend. Zo typeert Ritmeester, verbonden aan Driestar Educatief, de uitkomsten van het woensdag gepubliceerde onderzoek van de GGD Zuid-Limburg naar onvrijwillige seksuele ervaringen onder jongeren van 12 tot 25 jaar. „Ik wist dat een op de tien meisjes de ervaring heeft dat over haar grens wordt heen gegaan. Dat het volgens dit onderzoek om 41 procent gaat, daar schrik ik van.”

Ritmeester, hoofdredacteur van de christelijke lessenserie over seksuele vorming ”Wonderlijk gemaakt” wijst erop dat het onderzoek een brede leeftijdsgroep –12 tot 25 jaar– betreft. „We weten dat een op de drie jongeren die tussen 12 en 16 jaar seksueel actief was achteraf zegt: Het was te vroeg. Ik kan me voorstellen dat het bij die groep in veel gevallen ook onvrijwillig was. Ik heb er minder zicht op hoe dat bij jongeren vanaf 16 jaar ligt.”

Lange tijd gold volgens Ritmeester in de samenleving het adagium ”Doe waar je zin in hebt”, ongeacht je leeftijd. „Dat hoort bij een cultuur waarin je vooral zelf aan je trekken moet zien te komen. Ik heb het idee dat de wal het schip langzamerhand aan het keren is en dat er meer aandacht komt voor het bewaken van je eigen grenzen. Dat zie je ook terug in de vele aandacht voor pesten.”

Toch hebben veel jongeren blijkbaar moeite om nee te zeggen tegen ongewenst seksueel gedrag.

„Daarin moeten we jongeren dus begeleiden, binnen een Bijbels waarden- en normenpatroon: Wees je bewust welke keuzes je maakt, in allerlei opzicht. En besef dat keuzes die je maakt op seksueel gebied diep ingrijpend zijn en verstrekkende gevolgen hebben. Het is ook belangrijk dat jongeren de weg naar hun ouders weten te vinden als ze voor dilemma’s op dat vlak staan.”

De onderzoekers pleiten ervoor thuis en op school al jong te beginnen met seksuele voorlichting. Mee eens?

„Ik pleit er sterk voor seksuele opvoeding een plek te geven in de totale opvoeding, inclusief de godsdienstige en de morele. Hoe gaan we om met de schepping en met de mensen in die schepping tot wie we in relatie staan?

De periode van nul tot twaalf jaar is de gevoelige periode, waarin je open met kinderen kunt praten, ook –op een manier die bij hun leeftijd past– over seksualiteit. Haal het geheimzinnige eraf, maar laat het geheim bestaan. Daar zet de methode ”Wonderlijk gemaakt” op in. Bij jonge kinderen gaat het er allereerst om te laten zien hoe mooi seksualiteit is.”

In hoeverre kun je daardoor een ongezonde nieuwsgierigheid bij kinderen aanwakkeren?

„Dat doe je alleen als je vooruitloopt op de ontwikkelingsfase waarin een kind zit. Ik pleit niet voor het doorbreken van alle taboes. Je moet geen slaapkamergeheimen delen met kinderen. Dan krijg je een averechts effect. Maar wees niet bang het gesprek op een goede manier aan te gaan. Dat begint al met het blijk geven van verwondering over de natuur als je bijvoorbeeld samen door een bos loopt.”

Zijn ouders zich voldoende bewust van het belang hiervan?

„De aandacht hiervoor is de afgelopen jaren –ook in christelijke kring– toegenomen, maar er valt nog een wereld te winnen, zeker als het gaat om het gesprek met jongeren vanaf 12 jaar. Ik denk dat minimaal de helft van de ouders op dit vlak verlegenheid ervaart. Maar als je de seksuele opvoeding laat liggen, verwaarloos je een essentieel deel van de opvoeding van je kind. Dan laat je het alleen een oerwoud in gaan waarin het gemakkelijk kan verdwalen.”

Hoe kunnen ouders worden gestimuleerd die taak op te pakken?

„Door binnen kerken en scholen hierover het gesprek met elkaar aan te gaan. En elkaar te helpen woorden te vinden om het goud dat we in handen hebben, de Bijbelse leefregels, aan onze kinderen door te geven. Het mooiste is als je daarover een open gesprek met je kind kunt hebben, waarin je op een authentieke manier ook iets van je eigen kwetsbaarheid laat zien.”

Hoe vergroot je de specifiek weerbaarheid van kinderen?

„Dat begint met aandacht voor een positief zelfbeeld, waarbij kinderen ook hun eigen grenzen mogen aangeven: Durf nee te zeggen als iemand over je grenzen gaat. En geef hun ook mee dat als ze toch een negatieve ervaring hebben op dat vlak, het van belang is dat te delen, mede om herhaling te voorkomen.

Breng kinderen ook van jongs af een dienende houding bij. Dat betekent onder meer dat je een ander met respect benadert en niet vanuit de gedachte: Hoe kom ik aan mijn trekken? Dat is heel belangrijk, want ik denk dat degenen die over de grens van een ander heen gaan zich daar in veel gevallen niet eens bewust van zijn.”

Zou elke middelbare school een weerbaarheidstraining moeten aanbieden?

„Nee, ik geloof niet zozeer in een apart aanbod naast datgene wat er al bestaat. Het is goed dit thema specifiek te agenderen, maar integreer het dan in de totale aandacht die je geeft aan het bouwen aan goede relaties en het stellen van grenzen. Dat heeft meer effect dan wanneer je er een aparte training voor gaat aanbieden.”


Lees ook

“Hoog tijd voor seksuele vorming op basisschool”, Reformatorisch Dagblad (9 november 2010)

“Homofiel niet stigmatiseren”, Reformatorisch Dagblad (4 september 2013)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer