„De juridische deur staat nog op een kiertje, niet alle opties zijn afgesneden”, legt Knoops uit. „Maar bij alle toekomstige opties die er nog zijn, moet Rusland medewerking verlenen. Daarbij moet nog wel aangetekend worden dat er eerst bewijs moet komen dat de daders ook echt uit Rusland afkomstig zijn. De politici blijven wel roepen dat ze niet rusten voordat de daders berecht zijn, maar de juridische verwachtingen moeten wel getemperd worden.”

Volgens Knoops zijn er nog twee opties over. De betrokken landen kunnen met elkaar een internationaal tribunaal opzetten. „Ik denk dat dit voor Nederland nu de beste optie is. De belanghebbende landen kunnen met steun van de VN een tribunaal oprichten met internationale rechters en aanklagers. Ik denk dan aan de landen Australië, België, Nieuw-Zeeland, Maleisië. Ik ga er ook wel van uit dat nog andere landen zich hierbij zullen aansluiten. Landen die het tribunaal niet erkennen zijn echter niet verplicht hieraan mee te werken. Het is dus zaak dat Rusland dit toch wel gaat doen.”

Knoops verwacht dat Rusland dit alleen gaat doen als er sterke bewijzen uit het strafrechtelijke onderzoek komen. Het is nog niet bekend wanneer dit duidelijk wordt. „Uit de onderzoeken die nog lopen, moet dan echt wel duidelijk blijken dat Rusland hierachter zit. Er moeten dan bijvoorbeeld personen worden genoemd of er moeten andere sterke bewijzen tegen de Russen in staan. Ik denk dat Rusland dan wel overstag zal gaan. In het verleden is dat bijvoorbeeld gebeurd bij de Lockerbie-aanslag. Toen heeft Libië uiteindelijk ook medewerking verleend. Maar als de bewijzen te vaag blijven, dan wordt het denk ik wel een lastige zaak.”

De andere mogelijkheid is dat de daders in Nederland worden berecht bij de Strafkamer Internationale Misdrijven. „Maar ook in dit geval moet Rusland meewerken en moet de daders dan uitleveren. Maar ook dit valt en staat met de bewijzen die uit de onderzoeken moeten komen.”