Marc Dutroux heeft de ontvoering van de twee zevenjarige Luikse meisjes altijd ontkend en wijst medeverdachte Lelièvre met zijn overleden kompaan Bernard Weinstein aan als opdrachtgevers. Maar volgens Martin heeft Dutroux haar gezegd dat hij wel degelijk samen met Weinstein de meisjes heeft ontvoerd. Dutroux heeft volgens Bourlet later ook aangegeven dat Julie en Mélissa eigenlijk te jong waren „en dat hij niets met hen kon uitrichten".

Uit de akte blijkt niet dat Nihoul de opdracht voor de ontvoering heeft gegeven. Maar hij zou wel minstens drie keer in Dutroux’ woning in Marcinelle zijn geweest op het moment dat deze twee meisjes daar verborgen waren.

Medeverdachte Nihoul is door een getuige in 1995 overigens samen met Dutroux en Lelièvre gesignaleerd in Oostende, kort voorafgaand aan de ontvoering van de Vlaamse meisjes An en Eefje.

Uit de officiële beschuldiging blijkt verder dat Dutroux zijn slachtoffer An Marchal nog levend heeft begraven, zoals later ook is gebeurd met zijn kompaan Weinstein.