De verdachten Stefano B. (23) en zijn tante, kinderleidster Jane V. (45), begeleidden op 22 juli 2013 een groep kinderen naar een surfstrandje bij de Amsterdamse nieuwbouwwijk IJburg. Dat Jaïro verdronk is volgens de rechtbank het gevolg van hun onvoorzichtigheid en nalatigheid.

De officier van justitie eiste twee weken geleden tegen allebei een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een half jaar.

Volgens de rechtbank, die woensdagmiddag uitspraak deed, is de kinderleidster met haar gezin ernstig getroffen door de gevolgen van Jaïro’s overlijden. Ze is haar beroep kwijtgeraakt en kan niet nogmaals een buitenschoolse opvang beginnen. Het voorval heeft diepe sporen getrokken in de familieverhoudingen. Ook weegt voor de rechtbank mee dat V. daarnaast in het reine zal moeten komen met het feit dat ze schuldig is aan de dood van Jaïro.

B. heeft door het overlijden van zijn neefje een posttraumatische stressstoornis opgelopen en heeft daarvoor behandeling gehad. De rechtbank verwijt hem en V. dat ze de kinderen zonder zwembandjes steeds verder en dieper het water in lieten gaan. Bovendien waren de kinderen buiten gehoorafstand, waardoor effectief toezicht niet mogelijk was.

De moeder van de vijfjarige Jaïro verklaarde eerder geen rechtszaak te hebben gewild omdat de dood van haar zoontje nog steeds pijn doet. De voorzitter van de rechtbank legde woensdag uit waarom het dramatische incident tóch in het strafrecht thuishoort. De rechtbank is het met het Openbaar Ministerie eens dat de zaak niet alleen de familie aangaat, maar de hele samenleving. Volgens de rechter moet voor iedereen duidelijk zijn wie er verantwoordelijkheid draagt en welke lessen er te trekken zijn.

Het Openbaar Ministerie beraadt zich nog op de uitspraak.