Spotprent Hiddema toch niet gerectificeerd
DEN BOSCH (ANP). Cartoonist Ruben L. Oppenheimer hoeft de spotprent die hij maakte over advocaat Theo Hiddema toch niet te rectificeren. Dat heeft het gerechtshof in Den Bosch dinsdag bepaald. Vorig jaar oordeelde de rechtbank in Maastricht nog dat Oppenheimer moest rectificeren.
Op de bewuste cartoon, die verscheen in een Maastrichts huis-aan-huisblad, staat Hiddema getekend. Erboven schreef Oppenheimer: ‘Aangifte tegen louche advocaat’. Vervolgens liet hij ‘Hiddema’ zeggen: „maar ik ben géén homo”. Oppenheimer maakte de tekening nadat iemand Hiddema had beschuldigd van omkoping. De rechtbank stelde destijds dat dat niet betekent dat de beschuldiging ook juist is.
Maar het hof oordeelt nu in hoger beroep dat in deze zaak de vrijheid van meningsuiting zwaarder weegt dan de bescherming van de eer en goede naam van de advocaat. Het hof neemt aan dat het de lezers duidelijk is dat het gaat om satire, waarbij doel is om te stoken, door overdrijving en uitvergroting.
Het hof laat ook meewegen dat Hiddema een publiek figuur is die „zelf ook geregeld de publiciteit zoekt en daarbij ferme bewoordingen niet schuwt”. Daarom moet hij zich „ meer laten welgevallen dan de gemiddelde persoon”.
Overigens had Hiddema na de uitspraak van de rechter vorig jaar al gezegd dat de cartoon toch niet gerectificeerd hoefde te worden - door de grote aandacht in de pers voor de zaak, had hij zijn punt al gemaakt. Maar Oppenheimer ging toch in beroep tegen het vonnis van de rechter.
Oppenheimer reageert dinsdag verheugd op de uitspraak. „Het hof heeft het foutje van de rechtbank in Maastricht rechtgezet. Ik kan nu weer verder met mijn werk. Maar ook voor de satire is het goed nieuws. Als de rechter al een cartoon zou verbieden, hoe zit dat dan met het werk van Lucky TV en De Speld? Die zitten veel dichter tegen de werkelijkheid aan dan mijn tekeningen.”
Als hij het hoger beroep niet gewonnen had, was Oppenheimer doorgegaan tot aan de Hoge Raad. „Ik ben blij dat dat niet nodig is. Voor de satire, voor mezelf en voor Hiddema. Kunnen we allemaal lekker op vakantie.”