Minister Peijs van Verkeer heeft zich tot nu toe verzet tegen het puntenrijbewijs, onder meer omdat het slecht past bij het Nederlandse systeem van ”kentekenaansprakelijkheid” en het een hoop administratieve rompslomp met zich mee zal brengen.

Dijksma ziet een „exacte kopie” van het Duitse systeem ook niet zitten. Nederland moet naar Duits voorbeeld zijn eigen methode opzetten. Bestuurders moeten niet alleen strafpunten bij verkeersovertredingen krijgen, ze moeten ook de kans hebben zich „te revancheren” met goed gedrag, vindt het kamerlid.

Volgens Dijksma heeft het bezoek aan het Duitse verkeersrevrijdag ook oplossingen aangedragen voor problemen die in Nederland gelden. Zo kent het Duitse systeem een methode om bijvoorbeeld de kleinere snelheidsovertredingen buiten de strafpuntenlijst te houden. Wat het kamerlid betreft, zouden de kleine vergrijpen van de Wet-Mulder ook buiten het puntenrijbewijs kunnen blijven en alleen de overtredingen waar een (kanton)rechter aan te pas komt, kunnen meetellen.

Dijksma vindt het belangrijk dat het Nederlandse puntenrijbewijs er snel komt. De ervaringen in Duitsland leren dat het systeem een „opvoedkundige waarde” heeft. Het is een „belangrijk middel” tegen de verkeerscriminaliteit. In een lijst van publieke ergernissen die deze week gepubliceerd werd, prijkt daarbij op de zesde plaats gedrag in het verkeer. Voor Dijksma nog een reden het puntensysteem in te voeren.

Mocht Peijs de invoer van het puntenrijbewijs blijven afwijzen, dan zal de PvdA-fractie met een eigen voorstel komen, aldus Dijksma.

Bij het puntenrijbewijs krijgen automobilisten strafpunten voor verkeersovertredingen zoals te hard rijden, door rood licht rijden en het veroorzaken van een ongeluk. Wie te veel strafpunten krijgt, raakt zijn rijbewijs op den duur kwijt.