Nieuw Utrecht CS heeft wél smoel
UTRECHT (ND). Alsof er een grote, metalen golf over de sporen slaat. Zo golft het nieuwe dak van het belangrijkste spoorknooppunt van Nederland boven de reizigers. Nu laveren ze nog via tijdelijke routes van het ene naar het andere perron, maar vanaf eind deze maand is op Utrecht CS het grootste verbouwingsleed geleden.
„Op 31 juli geven we 12.000 vierkante meter terug aan de reiziger, met heel veel licht, ruimte en transparantie”, zegt projectmanager Han Berends. Vijf zesde van de nieuwe stationshal is dan open. Vervolgens wordt het laatste deel van het oude station in een jaar tijd ‘opverbouwd’, zoals Berends het noemt: de oude rode bogen en de vierkante, zwembadachtige wit-blauwe vloertegeltjes zijn dan voorgoed geschiedenis.
Meer dan Schiphol
Het is weer zo’n project van de grote getallen: de stationshal wordt circa 25.000 vierkante meter, ruim drie keer zo groot als de oude. Het voormalige station had een capaciteit van 35 miljoen reizigers per jaar, het nieuwe kan de huidige 70 miljoen – 200.000 per dag, meer dan Schiphol – gemakkelijk aan.
Architect Jan Benthem, die ook al ”Station Kapsalon” in Rotterdam, ontwierp, maakt een weids gebaar in de toekomstige stationshal, waar glas en metaal domineren. „De belangrijkste opdracht was dat het station veel groter moest worden.”
Het is raar maar waar: vraag je een treinreiziger die dagelijks op Utrecht CS komt om het oude station te tekenen, dan krijg je een vragende blik. Hooguit krijg je een schets van de binnenkant, maar hoe het gebouw er vanbuiten uitzag, kan niemand je vertellen, zegt Benthem. „Als je in de oude situatie vanuit Hoog Catharijne kwam, kon je niet zien waar het station precies begon en eindigde. Ik wilde het station loskoppelen van Hoog Catharijne en het een eigen identiteit geven. Die golf in het dak maakt het gebouw beter leesbaar, je kunt er makkelijker je weg vinden. Voor Utrecht is het heel belangrijk dat het station een zelfstandig gebouw met een eigen gezicht wordt.”
Het gebouw doet een stuk koeler aan dan dat in Rotterdam, erkent de architect. „Elke stad krijgt het station dat hij verdient. Dit past beter bij de grote drukte in dit station. De basisstructuur hebben we bewust neutraal gehouden, want het moet wel honderd jaar mee. Alles wat je aan details bedenkt, is over twintig jaar achterhaald. Winkels en restaurants kunnen nu gemakkelijk hun eigen identiteit in het gebouw kwijt. Het zou heel mooi zijn als er bijvoorbeeld een tuin op zo’n winkel zou komen.”
Het golvende metaal ver boven de reiziger geeft het gebouw een haast industriële uitstraling. Het nieuwe gebouw is vanaf 2011 over het oude heen gebouwd, waarna het oude beetje bij beetje wordt afgebroken.
Van zes naar drie
„We voegen ruimte toe aan de bestaande situatie, voordat we ruimte gaan afbreken”, legt projectmanager Berends uit. In het oorspronkelijke plan zou het station in zes stappen worden opgeleverd, maar de plannen wijzigden, waardoor eind deze maand drie stappen in één klap worden opgeleverd. Eerder werden al de nieuwe perronkappen met zonnecollectoren geplaatst. Maandag gaat ook het nieuwe perron van spoor 20/21 open.
De laatste bouwfase, waarbij aan bovenleidingen en beveiliging gesleuteld moet worden, heeft de meeste impact op het treinverkeer, zegt Cees de Vries, regiodirecteur van ProRail. „Het jaar 2016 wordt pittig. We zijn nog aan het puzzelen hoe we het precies gaan doen.”
Zonder poortjes over het spoor
De spoorbaan door Utrecht is een barrière die door het nieuwe stationsgebouw moet worden geslecht. „Zo verbindt het station twee delen van de stad”, zegt architect Jan Benthem. Ook in Rotterdam had het nieuwe stationsgebouw die functie, maar sinds de ov-poortjes daar permanent gesloten zijn, verbindt het station minder dan de architect zou willen. In Utrecht is dat probleem er niet: aan de noordkant van het station wordt de laatste hand gelegd aan een 10 meter brede open verbinding, zodat Utrechters het spoor over kunnen zonder door de stationshal te hoeven. Op 31 juli gaat de ”interwijkverbinding” open.