Binnenland

Delftse studenten knappen in Spakenburg oude Trui op

SPAKENBURG. Ze sjouwen, schaven en schuren. Studenten uit Delft geven deze weken op de werf in Spakenburg een van Nederlands oudste botters een fikse opknapbeurt. „Lekker klussen in plaats van achter je computer zitten.”

J. Visscher
10 July 2015 17:30Gewijzigd op 15 November 2020 20:23
Studenten klussen in Spakenburg op oude botter, de BU 130, Trui geheten. beeld Jaco Klamer
Studenten klussen in Spakenburg op oude botter, de BU 130, Trui geheten. beeld Jaco Klamer

Een wolk van houtsnippers belandt naast de botter BU (Bunschoten) 130 Trui op de scheepswerf in Bunschoten-Spakenburg. Op de grond ligt al een flinke laag zaagsel. Terwijl deze zomerse julidag op omringende terrasjes mensen genieten van een ijsje, steken Delftse studenten de handen uit de mouwen. In zo’n drie weken knappen ze Trui op. De klus duurt nog zo’n twee weken.

„Eén, twee… schuif!” instrueert scheepstimmerman Wim Mendelts zijn werkvolk. Met vereende krachten duwen een paar studenten op de botter een zware balk van zijn plek. Het is een nieuwe mastbank. Het eikenhouten gevaarte –4 meter lang, 60 centimeter breed en 200 kilo zwaar– moet de mast steunen. „We proberen de nieuwe mastbank op z’n plek te krijgen zonder het dek helemaal open te maken, want dat kost veel extra werk”, zegt Mendelts, die een fles water aan zijn mond zet. Op de werf pruttelt een flinke pan met groenten op het vuur. Arbeid maakt hongerig.

Gezellig

Marieke van der Tuin (22), vijfde­jaarsstudente informatica in Delft, is in haar element. „Als student zit je vaak achter de computer. Hier kun je met andere studenten gezellig klussen aan een oude botter. Ons leven speelt zich deze paar weken op de werf af. We slapen hier ook in een gebouwtje.”

De 140 jaar oude Trui is een van de oudste botters van ons land. Dit jaar is het houten vaartuig vijftig jaar in bezit van de Delftse studentenvereniging De Bolk. Het schip is in beheer van de Stichting tot behoud van de BU 130, waarvan Marieke van der Tuin voorzitter is. Vaste thuishaven van de botter is Enkhuizen. Van maart tot november kiest Trui ieder weekend het ruime sop. De botter doet bijvoorbeeld plaatsen als Marken, Hoorn en Makkum aan of zeilt over het wad.

Pek

De klussers hanteren soms „oude technieken”, zegt Van der Tuin. „Neem het breeuwen, het af­dichten van de naden tussen de gangen – de gekromde planken die de boeg van de botter vormen. In de naden wordt met een breeuwijzer vlas geslagen. Het vlas zorgt ervoor dat de boeg waterdicht is. Je smeert de naden af met pek.”

Een andere techniek is het tanen van de zeilen. „Daarmee breng je beschermingsmiddelen aan op de katoenen zeilen. Taan moet het zeil beschermen tegen weersinvloeden. In onze sociëteit in Delft spreiden we de zeilen op de vloer en bezemen we de zeilen in. Hier in Spakenburg kunnen de zeilen in een taanketel.”

Spijkers

Zelf is Van der Tuin doende met het verwijderen van spijkers uit het botterdek. „Het zijn spijkers van een centimeter of tien lang. Met een beitel maak ik de ruimte rond de spijkers iets groter en wrik ik ze uit het hout. Je moet ervoor oppassen dat het dek niet splijt.”

De studenten willen de botter zo veel mogelijk in oude staat houden. „Hier in de haven liggen botters die strak in de lak zitten. Onze Trui is echter redelijk vaal. Dat komt door onder meer de lijnolie die we op de houten delen smeren. Zo werd dat vroeger immers ook gedaan.”

Scheepstimmerman Mendelts kent alle hoeken en gaten van 
de botter. „De Trui is een beetje mijn scheepje geworden. Ik zat vroeger ook op studenten­vereniging De Bolk en stond aan de wieg van de Stichting tot behoud van de BU 130.”

Ook Marieke van der Tuin is verknocht aan de botter, waarmee ze tientallen zeereisjes maakte. „Een oude stoel gooi je weg, maar deze botter blijft in de vaart. Het is gaaf om met zo’n stoer schip het water op te gaan. Mijn mooiste tocht was vorig jaar zomer. We voeren in de regio Nordfriesland, ten noordoosten van de Duitse Waddeneilanden. Een mooi zeilgebied, met grote getijde­nverschillen. We kwamen bijna tot in Denemarken. Daar varen nauwelijks oude schepen. We trokken veel bekijks.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer