Binnenland

„Simon, daar ben jij een maatje te klein voor”

„Wat heb ik, sufferd, gedaan? Ik heb Lusanne en haar ouders de drie erbarmelijkste dagen van hun leven bezorgd. Hoe kan ik dit ooit goedmaken? Ik ben iedere dag in gebed voor deze mensen. Kon ik hun koeienstallen maar schoonmaken, ik zou het met plezier doen. Ik heb intens spijt, maar daar hebben de mensen niks aan. Het is gebeurd. Sorry.”

J. Visscher
27 February 2004 11:35Gewijzigd op 14 November 2020 01:00

Die woorden sprak de 64-jarige Simon S. donderdag aan het slot van het proces bij de rechtbank in Leeuwarden. De man uit Rijperkerk ontvoerde op 25 augustus vorig jaar de 11-jarige Lusanne van der Gun uit Oldeberkoop. Na drie dagen kwam het kind weer vrij. Zelf was het meisje donderdag niet bij de rechtbank. Haar ouders onthielden zich van commentaar.

Officier van justitie mr. W. ten Kate liet eerder donderdag zijn twijfels blijken over de oprechtheid van de spijtbetuiging van Simon S. De aanklager sprak van „krokodillentranen.” „Hij heeft vooral spijt vanwege het feit dat zijn plan is mislukt.” Ten Kate zei geraakt te zijn door een passage in het dossier waaruit blijkt dat Lusanne in tranen uitbarstte omdat ze haar ouders niet kon spreken, waarbij ze zei dat haar spaarpot wel kapot mocht gaan om haar vrij te krijgen.

De kidnapper, onberispelijk gekleed in grijs pak, zei al kort na de ontvoering in Oldeberkoop te beseffen dat zijn plannen gedoemd waren te mislukken. „Toen ik met Lusanne de straat uitreed, had ik al spijt. Ik dacht: Simon, schei er maar mee uit. Dit wordt niks. In anderhalf uur had dat meisje het pleit beslecht. Het is een gezellig en lief kind. Ze zat te kwebbelen en vroeg om radiomuziek. Ik dacht: Simon, daar ben jij een maatje te klein voor.”

De man schrok zich een hoedje toen reeds op de eerste dag van Lusannes verdwijning de media massaal alarm sloegen. „Ik was topzenuwachtig en angstig. Ineens was ik op tv. Dat had ik nooit verwacht. Bij die films zie je dat nooit. Ik dacht: Wat is dit allemaal? Toen ik al die poeha op de radio hoorde, realiseerde ik me hoe groot de reikwijdte van mijn daad was.”

Simon S. beweerde dat hij al snel „op een nette manier” Lusanne vrij wilde laten. Vooropstond echter dat hij zelf de dans wilde ontspringen, gaf hij na aandringen van de rechtbank toe. Naar Oldeberkoop rijden en daar Lusanne vrijlaten, vond hij te riskant. „Dan zou ik in het dorp worden gelyncht.” Het meisje afzetten bij een politiebureau zag hij ook niet zitten. „Dan zou de politie snel de omgeving afzetten.” Uiteindelijk werd Lusanne op woensdagavond 27 augustus bij een Campanile-hotel in Venlo vrijgelaten. Bij die gelegenheid zou S. gezegd hebben: „Meid, doe mij een plezier, kijk niet om.”

Beseft de in Limburg geboren man wat hij Lusanne aandeed? Ziet hij in dat hij de ouders het „meest fundamentele” onrecht aandeed door hun kind af te pakken, wilde rechtbankvoorzitter mr. A. Dölle weten. „Ik snap zelf niet wat ik heb gedaan, ik begrijp niet dat ik het überhaupt gedurfd heb. Ik zal het u eerlijk zeggen: Ik heb niet aan de menselijke kant van het verhaal gedacht. Ik heb er nu de grootste moeite mee als ik de ouders van Lusanne op televisie zie. Het zijn zulke nette mensen.” S., zelf vader, zei voor zijn eigen kind „zijn laatste hemd” te willen geven.

Aanklager Ten Kate sprak er zijn afschuw over uit dat Simon S. Lusanne bang maakte met een verhaal over een kliniek in België waar het met gezonde kinderen niet goed zou aflopen omdat ze organen moesten afstaan aan zieke kinderen. S. deed het voorkomen alsof er twee kidnappers in het spel waren en dat hijzelf, Henri genaamd, Lusanne zou beschermen tegen de boze ontvoerder die haar naar België wilde brengen. „Als je dit gruwelijke verhaal hoort, lopen de rillingen je over de rug”, aldus de officier van justitie. S. zelf vindt het ook „een heel wreed” verhaal. „Dat had ik nooit mogen zeggen. Ik ben van mezelf geschrokken.”

Op de derde dag van de ontvoering reed Simon S. met Lusanne naar zijn vriend Jacob van A. in het Drentse Tweede Exloërmond. Daar probeerde S. Van A. over te halen om de politie te informeren over Lusanne en zo tipgeld op te strijken. Dat zouden ze dan samen delen. De Drent zei zich „wezenloos te zijn geschrokken” toen hij erachter kwam dat Lusanne achter in de kofferbak van Simons auto zat. Van A. weigerde medewerking, waarna de twee scheldend uit elkaar gingen. Mogelijk moet Van A. nog voor de rechtbank verschijnen.

Officier van justitie Ten Kate laakte het gebrek aan verzorging van Lusanne. Het meisje moest overleven op brood, water en Rivella. Alleen de tweede dag kreeg ze patat en een ijsje. Al die tijd bracht ze door achter in een auto. Ze sliep twee nachten in een garagebox bij een café in het Limburgse Susteren.

De aanklager gaat ervan uit dat Simon S. het Oldeberkoopse meisje heeft gedrogeerd met de kalmeringsmiddelen oxazepam en temazepam. Twee tabletten zijn in een fles Rivella gedaan. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) vond later in de urine van Lusanne resten van het spul. Simon S. zelf beweert dat de pillen voor hemzelf bestemd waren en dat Lusanne per abuis van de Rivella met daarin de kalmeringsmiddelen heeft gedronken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer