„We pikken het niet meer”
DEN HAAG (ANP). „Ik ben geen Arubaan, maar dat maakt ook niets uit. Hij was gewoon een van ons, de politie heeft dit verdiend.” Op de kruising van de Hoefkade en De Heemstraat in Den Haag staat maandagavond laat een jongeman in het flakkerende licht van metershoge vlammen. Samen met vrienden heeft hij zojuist nog meer houten balken en plastic slangen, afkomstig uit een nabijgelegen bouwput, op het vuur gegooid. Zijn gezicht gaat voor de helft verscholen achter een bandana waarop de kaken van een doodshoofd staan afgebeeld.
„Vanavond heeft iedereen hetzelfde doel. Er zijn hier Nederlanders, Turken, Marokkanen en Arubanen. Het maakt niet uit. Als de politie aan een van ons komt, komen ze aan ons allemaal.”
’Mo’, begin dertig, staat enkele tientallen meters verderop naar het vuur te kijken. Een vriend van hem laat nogmaals het filmpje zien van de politie-agenten met de Arubaanse Mitch Henriquez. „Heb je het gezien, man. Volgens mij was hij al dood voordat hij werd meegenomen.” „We zijn het optreden van de politie zat”, zo verklaart ’Mo’ de uitbarsting van geweld. „Ze hebben hier zelf om gevraagd. Je kun hier niets doen of ze komen al achter je aan. Als ik m’n auto tien seconden voor een winkel parkeer om snel een boodschap te doen, krijg ik meteen een boete van 90 euro. Ze zeggen dat ik dan de doorgang van een ambulance blokeer. Alsof die precies in die paar seconden langs zou komen. De politie gaat keer op keer in de fout. We pikken dit niet meer.”