Trots op de Zeeuwse industriehistorie
SAS VAN GENT. Het Industrieel Museum Zeeland in Sas van Gent is zaterdag officieel geopend.
In de voormalige suikerloods van de eerste coöperatieve suikerfabriek van ons land wordt over een oppervlak van tweeduizend vierkante meter honderd jaar Zeeuwse industriehistorie belicht. „We zijn best trots op het resultaat”, zegt beheerder Bennie Vermandel.
Een enthousiaste groep van twintig vrijwilligers werkte vijf jaar aan de totstandkoming van het museum aan de Westkade.
Dat het Industrieel Museum uitgerekend in Sas van Gent staat, is niet zo verwonderlijk. Het plaatsje aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen was ooit een centrum van industriële bedrijvigheid. In de jaren zestig van de vorige eeuw telde Sas van Gent zo’n 15 fabrieken op een inwonertal van 5300. „De economie bloeide toen”, vertelt Bennie Vermandel (70), die de dagelijkse leiding heeft in het museum. „Er stonden in Sas twee suikerfabrieken, een meelfabriek, een stijfselfabriek en een glasfabriek. Daarnaast was er een ijzergieterij, een visinleggerij en zaten er nog wat kleinere bedrijven.”
Tegenwoordig telt Sas van Gent nog vier fabrieken. In de jaren tachtig en negentig gingen de suikerfabrieken, de meelfabriek en de visinleggerij dicht, vorig jaar sloot ook de glasfabriek van St. Gobain de deuren.
Het industriële museum koestert de erfenis van deze en andere fabrieken, maar richt de blik ook op de toekomst: innovatie en duurzaamheid in de industrie van vandaag krijgen er eveneens een plek. Pronkstuk van de verzameling is een stoomgenerator uit 1911 die afkomstig is uit de voormalige cokesfabriek in het noordelijker gelegen Sluiskil.
Veel fabrieken in de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone waren van oudsher eigendom van buitenlandse industriëlen, weet Vermandel: Fransen, Walen en Italianen. Die ondernemers streken neer in Sas van Gent, maar ook in Terneuzen en Sluiskil vanwege hun gunstige ligging aan het kanaal en de nabijheid van de Westerschelde. Sas van Gent was vooral beroemd om de suiker. Er stonden ooit twee grote suikerfabrieken: CSM en Suiker Unie. De laatste was in 1899 in Sas van Gent opgericht door een groep boeren als Nederlandsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek.
Het Industrieel Museum Zeeland is gevestigd in de historische voormalige suikerloods van de Suiker Unie, die in 1920 werd gebouwd. Vermandel: „Veel landarbeiders uit de omgeving werkten in de zomer in de landbouw. Maar als de bietencampagne begon, de periode waarin de suikerbieten van het land naar de fabriek gingen om er te worden verwerkt tot suiker, gingen zij in de suikerfabrieken aan de slag. Van december tot het eind van het jaar werkten ze daar als seizoensarbeider ter versterking van het vaste personeel.”
Toen de suikerfabrieken –met elk zo’n zeventig werknemers– de deuren sloten, was dat een klap voor Sas van Gent. Vermandel: „De meeste arbeiders woonden onder de rook van de fabriek. Als je hun gezinnen erbij optelt, kom je toch snel aan een paar honderd mensen die Sas van Gent verlieten. Ook een reeks kleine ondernemingen heeft toen in het kielzog van de suikerindustrie er de brui aan gegeven.” Sas van Gent telt nu nog 3700 inwoners.
Het Industrieel Museum Zeeland is onderverdeeld in paviljoens en zones waarin de bezoeker oog in oog staat met verleden, heden en toekomst van de Zeeuwse industrie.
Het museum daagt de bezoekers uit om ook interactief aan de slag te gaan. Een greep uit de collectie: originele machines, gereedschappen en apparaten, voertuigen (waaronder een historische brandweerauto), kleding, ornamenten, een wiek van een windmolen, een elektriciteitspaal, ouderwetse calculators.
Voor de jeugd zijn ‘experience’-ruimten ingericht, waaronder een doe-lab met een 3D-printer. Het museum telt zestig vrijwilligers. Vanaf dinsdag kan iedereen er terecht.
www.industrieelmuseumzeeland.nl