Nader onderzoek naar vervuiling Noordzee
Rijkswaterstaat gaat naar aanleiding van een eerste studie verder onderzoeken welke bijdrage uitwateringen, riooloverstorten en waterzuiveringsinstallaties leveren aan vies zwemwater langs de Noordzeekust.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat maakte woensdag bekend dat de eerste studieresultaten nog niet genoeg duidelijkheid geven.
Rijkswaterstaat heeft onderzocht wat in 2002 de oorzaak is geweest van een verhoogd gehalte aan bacteriën die uit ontlasting afkomstig zijn, in het zwemwater. Uit dat eerste onderzoek is gebleken dat de invloed hierop van badgasten, vogels, zeezeilers, baggerspecie, de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal „te verwaarlozen” is. Het ministerie vermoedt dat riooloverstorten en een overvloedige regenval dat jaar voor het vieze zwemwater hebben gezorgd.
In het eerste onderzoek is alleen het zwemwater langs de kust tussen Hoek van Holland en IJmuiden onder de loep genomen. Afvalwaterzuiveringsinstallatie Houtrust, het Verversingskanaal in Scheveningen, de Vlotwatering bij Monster en de Spuisluis bij Katwijk werden hierin als vermoedelijke boosdoeners voor de verhoogde concentratie bacteriën aangewezen. Om meer zekerheid te krijgen over de invloed van uitwateringen, overstorten en zuiveringsinstallaties op de kwaliteit van het zwemwater zal Rijkswaterstaat komende zomer het onderzoek langs de hele Noordzeekust voortzetten.
Stichting De Noordzee, die onder meer ijvert voor schoon en veilig water voor badgasten en watersporters, beschouwt de conclusies van het ministerie als een bevestiging van wat zij al jaren roept. Volgens de stichting is sanering van de overstorten langs de Noordzeekust op korte termijn noodzakelijk. „Op een aantal plaatsen langs de kust, waaronder Den Haag en Egmond, komt na een flinke regenbui rioolwater direct in zee terecht”, aldus de stichting, die vindt dat dat rioolwater gezuiverd moet worden.