„Continu knokken voor een stukje erkenning”
RIJSWIJK (ANP). Nederland telt 2,6 miljoen mantelzorgers die dringend behoefte aan vakantie hebben. Het regelen van vervangende zorg voor hun hulpbehoevende naaste blijkt lastig. Debbie Kap (39), een werkende moeder uit Hellevoetsluis, weet er alles van. Met haar zus zorgt ze sinds 2012 voor haar zieke moeder (79), die nog zelfstandig woont. Wegens een vergevorderde, chronische longziekte wordt ze regelmatig opgenomen in het ziekenhuis.
„Vorig jaar december zei mijn huisarts al dat ik op vakantie moest. Dat ik overspannen aan het raken was. Die vakantie heb ik geboekt.” In augustus gaat Kap met haar man en zoontje (10) naar Toscane. „Ik ben er aan toe, maar heb er een hard hoofd in of het gaat lukken. Het is mijn zus en mij niet gelukt de vakanties te spreiden. Met thuiszorg en hulp van haar buurvrouw redt mijn moeder het ook niet alleen thuis. En de zorg aan vrienden toevertrouwen durf ik niet.”
De huisarts verwees haar moeder door naar de geriater, gespecialiseerd in behandeling van ziektes bij ouderen. „Begin februari deed de geriater een aanvraag bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor vervangende zorg tijdens mijn vakantie. Maar zij bleek niet goed op de hoogte.” Volgens het CIZ lopen die aanvragen sinds 1 januari via de gemeente. Toen Kap zich daarvoor bij de gemeente meldde, werd ze weer terugverwezen naar het CIZ. „In maart gaf de gemeente eerlijk toe dat ze niet wist hoe vervangende zorg geregeld werd.”
Kap nam ook contact op met de zorgverzekeraar. Via de aanvullende verzekering kon alleen na een ziekenhuisopname vervangende zorg geregeld worden. „De zorgverzekeraar adviseerde me verzorgingshuizen in de buurt te bellen. Zij zouden door leegstand kamers verhuren voor tijdelijke opvang. Dat bleek niet te kloppen. En de particuliere thuiszorg rekende 2500 euro per week om mijn moeder te verzorgen.”
Uiteindelijk leidde de gezondheidssituatie van haar moeder tot een crisisopname in een verpleeghuis. „Onduidelijk is hoe lang ze daar mag blijven. De mensen daar zijn heel begripvol, maar kunnen ook niet garanderen dat ze daar kan blijven tot na mijn vakantie. Ik weet dat het tegenstrijdig klinkt, maar ik ben bang dat ze haar ‘te goed’ vinden voor het verpleeghuis en dat ze weer naar huis wordt gestuurd. En alles weer opnieuw begint. ”
„Mijn moeder vindt het ook vervelend om te zien hoe wij eraan onder door gaan.” Kap is helemaal moe van het geregel. „Ik was in staat de hele vakantie af te blazen. Gelukkig heb ik mijn man, die niet wil annuleren. We hopen op een wonder.”