Kerk & religie

Van Grijpskerke naar Pasareni

Langspeelplaten, klokken, boeken, serviesgoed, kleding, schoenen, schilderijen, bedden en ledikanten, stereotorens en sjoelbakken, matrassen en lampen, stoelen en tafels. Alles is te koop. En van de opbrengst gaat minstens 75 procent naar Roemenië.

Jan van ’t Hul

24 June 2015 15:27Gewijzigd op 15 November 2020 19:57
Louis van Keulen: ”Hier blijft niet veel aan de strijkstok hangen." beeld Dirk-Jan Gjeltema
Louis van Keulen: ”Hier blijft niet veel aan de strijkstok hangen." beeld Dirk-Jan Gjeltema

Dinsdagmorgen. In de Roemeniëschuur net even buiten het Zeeuwse dorp Grijpskerke is het druk. De dinsdag is de enige dag dat de verkoopschuur zowel ’s ochtends als ’s middags geopend is. „Op dinsdagen hebben we zeker 300 klanten in de winkel”, zegt Louis van Keulen, coördinator van de Stichting Zeeland helpt in Roemenië. „Zei ik 300? Ik denk nog wel meer. Dinsdag is onze topdag.”

De stichting runt de kringloopwinkel sinds 1997. Alle baten gaan naar het in 1999 geopende ouderentehuis Diakonos in het Roemeense dorp Pasareni (district Mures in Transsylvanië). Daar krijgen op dit moment zo’n veertig bejaarden en een klein aantal gehandicapten 24 uurszorg. Er is inmiddels achttien man personeel in vaste dienst. Het Nederlandse echtpaar Mirjam en Arie Deelen beheert het centrum ter plaatse. In Pasareni wonen overwegend Hongaren. De voertaal in het dorp is Hongaars.

Schrijnende armoede

Van Keulen kwam in het begin van de jaren negentig voor het eerst in Roemenië. Hij liep er, zegt hij, een virus op dat niet meer te onderdrukken was. „We zagen zo veel schrijnende armoede en zulke ellendige leefomstandigheden dat we daar acuut iets aan wilden doen. In de jaren negentig kende Roemenië wel kindertehuizen, maar opvang voor ouderen was er nauwelijks. De bejaardenhuizen die we zagen, waren eigendom van de staat. De mensen lagen, rijen dik, met zo’n twintig man op één zaal, de hele dag op bed.”

In Pasareni kocht de Stichting Zeeland helpt in Roemenië in samenwerking met de stichting Diakonos een kavel grond en bouwde er vervolgens een zorgcentrum voor ouderen. De helft van de kosten van het centrum wordt gefinancierd door de stichting, de andere helft komt van inkomsten uit pensioenen van bewoners en bijdragen van familieleden.

De verkoopschuur bij Grijpskerke vormt voor de stichting de hoofdbron van inkomsten. Van Keulen wil er niet alles over kwijt, maar de omzet ligt jaarlijks tussen de 1,5 en de 2 ton. „Er blijft niet veel aan de strijkstok hangen.”

In Grijpskerke zijn zo’n zestig vrijwilligers voor de stichting aan het werk. Van hen is ongeveer 95 procent kerkelijk. De meesten zijn lid van gereformeerde gemeenten in de omtrek.

„Dit is gewoon een kringloop”, zegt Van Keulen, terwijl hij in het enorme complex van de ene loods naar de andere loopt en trappen opklimt en weer afdaalt. „Het is een heel bedrijf. Zeventig procent van de spullen wordt hier gebracht door particulieren, de resterende 30 procent komt uit opruimingen van magazijnen en overtollige inboedels. Wat ons wordt aangeboden, halen we op en verkopen we. Hoewel, we gaan wel selectief te werk. Oude rommel gooien we direct weg. Computers worden eerst getest en zo nodig gerepareerd, kleding wordt nagezien en uitgezocht.”

Goederentransport

Tweemaal per jaar gaat er vanuit Walcheren een goederentransport naar Roemenië. In de vrachtwagen gaan vooral medische hulpmiddelen mee, zoals rollators, rolstoelen en postoelen, en verder in hoogte verstelbare bedden en ledikanten, matrassen, lattenbodems, gordijnen, partijen zonnebloemolie, koffie en huishoudelijke artikelen. De goederen worden in het zorgcentrum Diakonos hergebruikt, verdeeld onder stichtingen die met straatkinderen werken of afgegeven bij huisartsen en ziekenhuizen.

De Zeeuwse stichting doet meer dan alleen praktische hulp verlenen. „Het ouderentehuis Diakonos heeft een christelijk karakter. We lezen daar in de Bijbel, bidden met de bewoners, doen ook aan evangelisatie, aan de hand van bijvoorbeeld Johannesevangelies van de Gereformeerde Bijbelstichting en lectuur van de Stichting Ondersteuning Gereformeerd onderwijs in Oost-Europa (OGO). Op scholen in de omtrek verspreiden we evangelisatiemateriaal, waaronder de in het Hongaars vertaalde boekjes met Bijbelse geschiedenissen van ds. C. J. Meeuse.

Laten we zeggen dat we in Roemenië het Woord bij de daad voegen. Evangelisatie is niet ons primaire doel, maar staat wel genoemd in onze statuten. We willen in Roemenië niet alleen zorg bieden, maar ook Gods Woord zichtbaar maken. We zijn weliswaar geen zendingsinstantie, maar willen mensen in de avond van het leven toch ook wijzen op hogere dingen dan alleen die van het hier en nu. We verlenen zorg vanuit het principe van christelijke barmhartigheid, te bewijzen aan onze naaste, als schepsel van God.”

Het ouderencentrum in Pasareni is te klein. „We hebben een wachtlijst met wel honderd namen. Van tijd tot tijd komt de predikant van het dorp weer eens vragen of we nog ruimte hebben. We zouden wel drie van deze tehuizen kunnen organiseren. Financieel zitten we echter aan onze taks. Je moet wel ergens een plafond weten, anders groeit dit werk je boven het hoofd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer