Al eerder was bekend dat de aantallen van vier Aziatische gierensoorten zijn afgenomen, vooral door blootstelling aan de ontstekingsremmer Diclofenac waarmee vee wordt behandeld. De Afrikaanse gier kampt met andere problemen. Het dier wordt opzettelijk vergiftigd, verhandeld voor traditionele geneeskunde of gestroopt voor zogeheten bushmeat. Daarnaast heeft de soort last van hoogspanningslijnen en windturbines, verandering van de leefomgeving en afname van geschikt voedsel, meldden de onderzoekers vrijdag.

Het duurt een paar jaar voordat gieren volwassen zijn en ze krijgen slechts om de een of twee jaar nakomelingen. Sterfte onder de volwassen vogels heeft daardoor grote gevolgen.

Een gebrek aan gieren heeft ook gevolgen voor andere diersoorten. Gieren houden het ecosysteem gezond. Zonder de aaseters worden karkassen gegeten door bijvoorbeeld honden en jakhalzen, waardoor de kans groter is op de overdracht van ziektes.

In 61 procent van de onderzochte sterfgevallen bleken de gieren te zijn vergiftigd. Dat gebeurt onder anderen door stropers van olifanten en neushoorns, die niet willen dat rondcirkelende gieren de locatie van gestroopte dieren verraden.