Voor de overhandiging gaf Paul Schnabel, als voorzitter van de adviescommissie van de beurzen van het fonds, aan dat er 163.000 keer geld is uitgekeerd voor een totaal van 680 miljoen euro. Vooral de afgelopen twintig jaar gaat het hard, aldus Schnabel.

Het fonds begon in 1940 als strijdfonds. Prins Bernhard wilde geld ophalen om Spitfires te kopen, voor de strijd tegen nazi-Duitsland. Er werd 20 miljoen gulden opgehaald, goed voor honderd vliegtuigen en meer oorlogstuig waaronder een hospitaalschip. In 1950 ging het fonds verder als cultuurfonds dat niet alleen financiële steun geeft aan honderden projecten, maar jaarlijks ook de Zilveren Anjer toekent.

Prinses Beatrix reikte die dinsdag uit aan Hib Anninga, stichter van het volgens de jury ‘oogverblindende’ landgoed en beeldenpark Anningahof in Zwolle. De mooist denkbare expositieruimte voor eigentijdse beeldhouwkunst, dat binnenkort overigens ruw in tweeën wordt gesneden voor de aanleg van de N340.

De bij de gemeente Deventer werkzame Herman Lubberding, omschreven als een „wijze en voorbeeldige schatgraver”, kreeg een Zilveren Anjer voor zijn „onmisbare bijdrage aan het archeologisch erfgoed en de culturele historie van Deventer en wijde omgeving”. Millicent ‘Dudi’ Smeets-Muskus, onder meer verantwoordelijk voor de restauratie van de Fortkerk op Curaçao en talloze culturele projecten, werd voor al dat werk geroemd als „mooiste sieraad” van het eiland. Ook zij kreeg uit handen van de prinses een Zilveren Anjer