Laatste onderduiker Groninger pastorie overleden
DEN HAAG. De laatste nog levende onderduiker van de ”Groninger pastorie in de storm”, Ruth Bos-Watermann, is vrijdag op 95-jarige leeftijd overleden.
Dat meldt de Veenendaalse geschiedenisdocent Constant van den Heuvel op zijn internetsite hetkruisopdeberg.nl. De zes vaste onderduikers van de hervormde predikant ds. B. J. Ader uit Nieuw-Beerta en zijn echtgenote J. A. Ader-Appels kregen landelijke bekendheid door het boek ”Een Groninger pastorie in de storm” van de weduwe Ader en ”Te mogen leven” van medeonderduikster Johanna Ruth Dobshiner.
Verpleegster
Ruth Watermann werd op 4 juli 1919 in Bunde (Duitsland) geboren; het gezin Watermann woonde later in Nieuweschans. In Amsterdam volgde Ruth in 1940 een opleiding tot verpleegster; ze kreeg werk op de afdeling gynaecologie van het Nieuw Israëlitisch Ziekenhuis in de hoofdstad. Daar ontmoette ze haar latere echtgenoot Sam Bos.
Wegens haar Joodse achtergrond liep Ruth tijdens de Duitse bezetting groot gevaar. Onderduiken was voor haar geen optie, omdat ze de levens van anderen niet wilde riskeren. Tijdens de grote ontruiming van het ziekenhuis op 13 augustus 1943 kon Ruth zich verstoppen voor de nazi’s. Korte tijd later wist ds. Ader haar te overtuigen van de noodzaak om onder te duiken.
Gefusilleerd
Ruth Watermann werd een van de zes vaste onderduikers in de pastorie van Nieuw-Beerta. Uiteindelijk kwam ze op een ander onderduikadres, waar ze de oorlog zou overleven.
Ds. Ader redde het leven van tussen de 200 en de 300 Joodse Nederlanders. Zelf werd hij op 20 november 1944 met vijf anderen gefusilleerd nabij de gemeentegrens tussen Rhenen en Veenendaal.
In ”Een Groninger pastorie in de storm”, dat de weduwe van Ader in 1947 over de oorlogsperiode publiceerde, werd Ruth aangeduid als Mirjam. Dit boek, dat in protestantse kring nog steeds wordt gelezen, kreeg dertien drukken. In ”Te mogen leven” werd Ruth wel bij haar werkelijke naam genoemd. November vorig jaar was Ruth Bos-Watermann aanwezig bij de herdenkingsplechtigheid op de plaats van de fusillade waarbij een vernieuwd monument werd onthuld.