De Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) en hulporganisatie Siriz concluderen dat op basis van een eigen onderzoek.

Beide organisaties hielden een enquête onder ruim 2400 vrouwen. Een derde behoorde tot hun achterban.

Van de ondervraagde vrouwen zegt 85 procent ooit de 20 wekenecho te hebben ondergaan. Dat is een stijging van 10 procent ten opzichte van 2010 toen de twee organisaties een vergelijkbaar onderzoek deden. Het percentage dat voor de echo kiest om bij een gevonden afwijking een zwangerschapsafbreking te overwegen, steeg van 6 naar 17 procent. De belangrijkste reden voor het gebruik van de echo is echter het organiseren van de best mogelijke zorg.

Bij een op de tien foetussen wordt volgens het onderzoek tijdens de 20 wekenecho iets afwijkends gesignaleerd. Bij het vervolgonderzoek ontvangen negen op de tien vrouwen mondelinge informatie van de gynaecoloog of de verloskundige. Een kwart van hen is daarover echter niet optimaal tevreden, concluderen de NPV en Siriz. „Zij geven aan meer informatie en duidelijkheid te willen ontvangen over de gesignaleerde afwijking.”

De NPV en Siriz willen dat alle vrouwen op de hoogte zijn van het vrijwillige karakter van de echo, dat ze optimaal worden begeleid in het keuzeproces naar de 20 wekenecho en dat er bij een gevonden afwijking optimale begeleiding en informatievoorziening is.