Tijdens de zitting bij de rechtbank in Rotterdam bleek dat A. in afgeluisterde gesprekken onder meer had gehad over een aanslag op PVV-leider Geert Wilders. Het OM benadrukt echter dat er na uitgebreid onderzoek geen concrete aanwijzingen zijn gevonden van voorbereidingen voor een daadwerkelijke aanslag op Wilders. A. wordt daarvoor ook niet vervolgd.

A. is volgens het Openbaar Ministerie een teruggekeerde Syriëganger. Hij werd aangehouden terwijl hij op weg zou zijn om een gewapende overval te plegen in de haven van Scheveningen. In de auto vond de politie drie vuurwapens en munitie, waaronder een shotgun en een revolver. Met de buit had hij de ‘broeders’ in Syrië willen financieren.

De overval kon volgens het OM worden voorkomen doordat A. aan undercoveragenten had verteld over de vuurwapens.

De zaak tegen A. kwam aan het rollen door een ambtsbericht van de AIVD. Daarin stond dat A. zich na terugkeer in Nederland teruggetrokken en radicaal gedroeg. Volgens het OM zocht A. manieren om veel geld te verzamelen voor de strijd in Syrië.

De AIVD luisterde gesprekken af tussen A. en anderen in een auto. Hij sprak onder meer over de strijd in Syrië, waar hij zich voor een ‘martelaarsdood’ zou hebben aangeboden op het slagveld. In de auto spraken A. en anderen ook over een mogelijke aanslag op een politicus die in de gemeenteraad van Den Haag had gezeten, waarbij de naam Wilders viel.