De rechtbank in Utrecht besloot dat verschillende deskundigen de vragen die er nog leven, gaan beantwoorden. De zaak tegen Dirk M. werd dinsdag nog niet inhoudelijk behandeld. Dat gebeurt naar verwachting op 18 juni. Daarbij moet M. van de rechters wel aanwezig zijn. Nu was hij dat niet.

Het OM wil weten of de verdachte zijn dementie kan simuleren. Ook zoekt het helderheid van de deskundigen over het verband tussen de geconstateerde dementie en de misdaden waarvan M. wordt verdacht. Verder willen de aanklagers weten of en hoe de daden waarvan hij wordt beschuldigd, hem kunnen worden toegerekend.

De rechter vroeg aan de advocaat van M. of zijn cliënt mee zal werken aan het onderzoek van de deskundigen, dat nog voor de inhoudelijke behandeling moet worden gedaan. „Die medewerking verleent hij”, antwoordde de advocaat, Paul Emmelot. De raadsman benadrukte na de zitting nog dat M. zijn ziekte niet simuleert. „Er wordt niets gesimuleerd.”

De raadkamer van de rechtbank liet M. vorige maand uit voorarrest vrij, omdat was gebleken dat hij aan een ernstige vorm van dementie lijdt. Hij moest wel zijn paspoort inleveren en M. mag geen contact met de familie De Mol hebben.

De man uit Zeist werd 3 december opgepakt. M. terroriseerde volgens het OM ruim een jaar lang de gezinnen van John en Linda de Mol. Dat deed hij met dreigbrieven waarin hij 5 miljoen euro eiste.

Tijdens de eerste zitting begin maart was M. wel aanwezig. Hij gaf toen aan het „heel verschrikkelijk” te vinden wat hij heeft gedaan en barstte in snikken uit. „Ik wilde dat ik het nooit had gedaan.”

„Het spijt me verschrikkelijk voor de familie De Mol en mijn eigen familie”, zei hij toen tegen de rechters. „Ik weet niet hoe ik dit goed moet maken. Het is allemaal heel erg. Ik wil dat ik het terug kon draaien, maar dat kan ik niet.”