Zijn advocaat Ton Visser liet aan de aanwezige journalisten wel weten dat Z. op hem geen verwarde indruk maakt. Volgens Visser heeft Z. een „coherent” en „steekhoudend” verhaal. Maar wat dat precies is, wil Z. pas vertellen tijdens de inhoudelijke behandeling van zijn zaak op 19 juni.

Naar de persoonlijkheid van Z. wordt onderzoek gedaan. De rapportage is begin juni beschikbaar. Z. wordt verdacht van gijzeling, bedreiging en verboden wapenbezit.

Z. drong op 29 januari het gebouw van de NOS binnen. Hij had een op een echt vuurwapen lijkend alarmpistool bij zich, gijzelde een beveiliger en eiste zendtijd waarin hij over „grote wereldzaken” zou vertellen. De beveiliger liep met Z. door het pand en leidde hem naar een lege studio. Daar werd Z. overmeesterd.

Het achtuurjournaal ging door Z.’s actie niet door. De beelden van Z. in de studio en de agenten die hem overmeesterden gingen de wereld over.

NOS-verslaggever Martijn Bink was toen aanwezig toen Tarik binnenkwam met de beveiliger. Dinsdag woonde Bink de pro-formazitting bij. „Ik wilde hem zien na die 29e januari. ,Ik zie een jonge jongen. Als ik hem zo zie zitten, vraag ik me af; waarom heb je je leven zo op de kop gezet”, aldus Bink. Hij noemt het vooral „heel sneu” voor Z.

Bink had gehoopt dat hij dinsdag ook iets meer te weten zou komen over Z.’s beweegredenen. Daar moet hij nu tot de inhoudelijke behandeling in juni op wachten. Aan het voorval zelf heeft Bink nog geregeld teruggedacht, maar hij heeft er maar „één nacht slecht van geslapen”. Dat was de nacht nadat Z. het NOS-gebouw was binnengedrongen. Bink wijt dat aan de „adrenaline”.