Remon Brakke en Angela Mulder zijn met familie en vrienden sinds vorig zomer jaar bezig om een Staphorster boerderij, familiebezit uit 1900, weer authentiek te maken. Alles moest origineel worden, als ode aan de familie en het verleden. De schuur achter de hoeve was klaar, nu was de boerderij aan de beurt.

De achtermuur stond nog, maar de zijmuren en de voorgevel waren al omvergehaald. Met gebruikmaking van oude stenen moest het weer worden opgebouwd. Een monnikenwerk, maar de noeste werkers hadden het er graag voor over. De kap rustte op oerdegelijke gebinten en de hele handel was ook nog eens goed gestut. Wat kon er gebeuren?

Op de bewuste dinsdagmiddag zijn Remon, Angela, ouders, schoonouders en vrienden druk in de weer. Ze lopen in en uit. Dan gaat het mis. Iets over vieren is de hele ploeg buiten als het plotseling heel hard gaat waaien. Dan komt de kap krakend en kreunend naar beneden. „Het was een soort valwind. Die drukte het achterhuis naar beneden, waardoor het voorhuis omhoogkwam. De dwarsliggers in de gebinten knapten als luciferstokjes af. De hele kap stortte vervolgens in elkaar”, zegt Angela’s vader, Roelof Mulder, een van de klussers.

„Het eerste wat je denkt: Is iedereen eruit? Dat was gelukkig zo. Dat was echt een wonder. Een paar minuten daarvoor waren we nog binnen aan het werk. Het is heel vervelend dat dit gebeurde, maar we kunnen alleen maar dankbaar zijn. Spullen komen terug; een mensenleven is onvervangbaar.”

De schade is groot. Brakke en Mulder willen nog steeds de hoeve in oude luister herstellen. „Eerst gaan we alles opruimen”, zegt vader Roelof. „Daarna 
moeten we kijken wat we gaan doen.”

Hij denkt wel hulp van de gemeente nodig te hebben. „Dit is immers een gemeentelijk monument. Veel oud houtwerk is kapot. Alles in originele staat terugbrengen is onbetaalbaar. Wij hopen dat de gemeente akkoord gaat met bijvoorbeeld stalen balken.”