Inspectie geeft medium Jomanda aan
Justitie onderzoekt of er een strafrechtelijk onderzoek komt naar het ’genezend medium’ Jomanda. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) deed dinsdag aangifte tegen Jomanda. De inspectie vindt dat Jomanda actrice Sylvia Millecam heeft „misleid” door te zeggen dat zij geen borstkanker had.
Millecam overleed in augustus 2001 aan die ziekte. Dat blijkt uit het rapport ”De zorgverlening aan S. M.”, dat de IGZ dinsdag publiceerde. De inspectie, die volgens een woordvoerster nog deze week aangifte doet, verwijt het vroegere medium uit Tiel vooral dat zij „voor dokter is gaan spelen” en dat ze is blijven ontkennen dat Millecam borstkanker had.
De inspectie typeert de handelwijze van Jomanda als „levensgevaarlijk” en zal onder meer aangifte doen wegens het vermoeden van een geweldsdelict. Millecam was ontvankelijk voor de diagnose van Jomanda, die vanuit een „goeroepositie” en in een semi-religieuze sfeer werd uitgesproken als „onaantastbaar oordeel” uit de goddelijke wereld.
De inspectie doet behalve tegen Jomanda ook aangifte tegen verscheidene andere alternatieve genezers en artsen die Millecam behandelden. Voor sommigen is een strafrechtelijke toetsing op z’n plaats, voor anderen een tuchtrechtelijke. Volgens de inspectie bezocht Millecam tussen september 1999 en augustus 2001 minimaal 28 zorgverleners.
Jomanda liet via haar woordvoerster weten juridische stappen met vertrouwen tegemoet te zien. Het medium zelf zwijgt een halfjaar, tot 29 maart, volgens eigen zeggen om boete te doen voor Nederland.
Het is Jomanda niet bekend welke fouten zij zou hebben gemaakt. Zij heeft Millecam geen medische behandeling gegeven noch haar advies verstrekt. Dat doet zij nooit, aldus de woordvoerster. „Jomanda heeft haar bijgestaan als vriendin. Jomanda zegt tegen iedereen en bij elke bijeenkomst: Raadpleeg de arts.”
Voor haar zwijgen is Jomanda gehoord door de inspectie. Tijdens het radio-interview schreef Jomanda op een briefje: „Sylvia was oud en wijs genoeg om zelf te beslissen wat ze wilde.”
Prof. dr. Frits van Dam, secretaris van de Vereniging tegen Kwakzalverij en werkzaam bij het Nederlandse Kanker Instituut, is blij dat Jomanda eindelijk wordt aangepakt. „Al was het alleen maar om patiënten duidelijk te maken welke gevaren er kleven aan alternatieve geneeswijzen. Officiële instanties, zoals het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg en de Consumentenbond, gedogen de kwakzalvers veel te vaak.”
Ook E. Vervaet, schrijver van het boek ”Het verschijnsel Jomanda”, denkt dat Millecam erg goedgelovig is geweest toen ze contact zocht met Jomanda. Hij onderzocht voor het boek, dat in 1997 uitkwam, veertig ’genezingen’ van het medium en kwam tot de conclusie dat geen van alle bleek te kloppen. „Ze genas bijvoorbeeld een meisje dat niet kon zien, maar ik kwam er later achter dat dat meisje nooit blind is geweest.”
De zaak-Millecam staat volgens de inspectie vol voorbeelden van „gevaarlijke kwakzalverij” waaraan Nederlanders bloot kunnen staan. Daarom pleit de IGZ voor beschermende maatregelen, zoals een meldings- of registratieplicht voor iedereen die (individuele) gezondheidszorg bedrijft en de plicht om mee te werken aan de voor de patiënt best mogelijke behandeling.
Inspecteur-generaal voor de gezondheidszorg H. Kingma wil een aanscherping van de wet. De wet uit 1997, waarbij kwakzalverij werd toegestaan, is voortgekomen uit het denken van de jaren zeventig en tachtig, toen heel veel mocht. „Op dit punt zijn we doorgeschoten”, aldus Kingma. „Ook de alternatieve geneesheer moet, net als gewone artsen, zich verantwoorden voor zijn werk.”